DE LANDING VAN DE ENGELSEN
OP WALCHEREN (1809)
door J. Kaljouw
Met belangstelling heb ik de stukjes over de landing van de Engelsen op
Walcheren (1809) in De Wete van april 1988 en januari 1989 gelezen.
De historie ervan blijft boeien. Hoewel lang niet zo spectaculair als de landing in
Normandië in 1944, is het waarschijnlijk toch de grootste invasie geweest, die
ooit in Zeeland en met name op Walcheren plaats gehad heeft. Daarbij verge
leken waren de landingen die hier in Zeeland in 1944 werden uitgevoerd, met een
betrekkelijk klein aantal landingsboten, maar kleine operaties. Voor die tijd was
het helemaal geen grootscheepse operatie. Wel tweehonderd schepen namen er
aan deel, met meer dan 30.000 manschappen, duizenden paarden en uiteraard
veel oorlogsmateriaal.
Aangezien een groot gedeelte ervan bij Fort den Haak aan land gegaan is, moet
het een enorme drukte op de Walcherse wegen geweest zijn. Een ooggetuige
vertelde dat hij, toen hij onder de middag naar huis wilde gaan eten en daarvoor
een hoofdweg moest oversteken, geruime tijd moest wachten eer de militaire
colonnes gepasseerd waren. Zijn aardappels zullen dus wel koud geweest zijn
voor hij ze kon nuttigen.
Naar aanleiding van bovengenoemde artikelen wilde ik echter gaarne enkele
kanttekeningen maken.
Er wordt vastgesteld dat de beruchte Zeeuwse koorts - die duizenden soldaten
buiten gevecht stelde en aan honderden van het het leven kostte - de oorzaak
geweest is van het mislukken van de operatie. Aan de hand van verschenen
publikaties - die hun voedingsbron hebben uit onder andere Engels archief
materiaal - meen ik dat te mogen betwijfelen. Hoewel het wel meegespeeld kan
hebben, schijnt het toch niet de voornaamste oorzaak geweest te zijn. Immers,
ondanks het vrij hoge ziekte- en sterftecijfer van het expeditie-leger, kon de
bevelhebber toch nog circa 20.000 manschappen op de been brengen voor een
eventuele aanval op Antwerpen. De werkelijke oorzaak van het mislukken van
de operatie wordt thans meer gezocht in een verkeerde strategie, besluite
loosheid van de opperbevelhebber en ernstige meningsverschillen tussen hem en
zijn onderbevelhebbers, etc.
Ter illustratie: door het veel te lang ophouden van de hoofdmacht bij het beleg
van Vlissingen, kon Napoleon belangrijke versterkingen aanvoeren bij Breskens
en Antwerpen.
Een grote blunder was ook, dat men Zeeuws-Vlaanderen niet bezet had, waar
door de vijand nog gelegenheid had om het belegerde Vlissingen met enkele
duizenden manschappen te versterken.
Toen men eindelijk aan een werkelijke aanval op Antwerpen kon gaan denken,
was de kans van slagen uitermate klein geworden. Ook schijnen sommigen van
de legerleiding al ernstige twijfels te hebben over het succes van een dergelijke
operatie, nog voor dat er één schip de Engelse havens verlaten had.
In het Zeeuws Tijdschrift van het jaar 1959 is over deze landing een heel
interessant en uitvoerig artikel verschenen van de hand van Mr. W. de Bruine.
Ook in krante-artikelen van enkele jaren geleden (P.Z.C.) werden deze zaken
32