uitvoerig belicht, aan de hand van recent archiefonderzoek in Engelse
archieven.
Hieronder volgen enkele citaten uit het Zeeuws Tijdschrift.
Het is waarlijk ontstellend, dat de regering tot de expeditie besloot, niet
alleen praclisch tegen het advies in van haar voornaamste en bekwaamste
militaire adviseurs, maar dat bovendien, toen dan hoofdzakelijk om
politieke redenen tot de onderneming was besloten, deze met zo vérgaan
de nonchalance is georganiseerd. Besprekingen tussen de aanvoerders
van het landingsleger onderling vonden nauwelijks plaats, met de marine,
afgezien van informele gesprekken, zelfs in het geheel niet. Bijgevolg
heerste er, reeds vóór het vertrek van de schepen, onzekerheid, beslui
teloosheid en gebrek aan zelfvertrouwen onder de hoofdofficieren, die er
bovendien innerlijk van overtuigd waren, dat ze werden uitgestuurd op
een onmogelijke onderneming. De bevelhebber van de troepen die op
Zuid-Beveland zouden moeten debarkeren, Sir John Hope, heeft ver
klaard: 'Voor de expeditie onder zeil ging, verwachtte ik er al nauwelijks
enig resultaat vanIn die mening stond hij niet alleen. En wat te denken
van het inspirerende voorbeeld van een opperbevelhebber, die onder de
ogen van zijn officieren steevast achter zijn raam over een boek zat te
dutten?
Pas op 24 augustus arriveerde Chattam (de opperbevelhebber) te Bath,
waar toen, zowel te land als op de transportschepen bijna de gehele
Engelse strijdmacht was verzameld: 23.000 man infanterie en 2.000 man
cavallerie. Volgens de Hollandse rapporten was de vloot voor Ossen-
drecht 'onafzienbaar'.
Chattam dineerde die dag met Strachan en kapitein ter zee Sir Home
Popham en liet er volgens de admiraal geen twijfel over bestaan, dat hij
naar Antwerpen wilde oprukken. Home Popham, specialist voor de
landingen, stelde voor op de Brabantse wal te debarkeren. Een definitieve
beslissing werd echter lot de volgende dag uitgesteld. Toen begon
Chattam te aarzelen. Tijdens het tweede onderhoud met Strachan, de
bevelhebber van de marine-strijdkrachten, sprak hij over terugtrekken.
De gehele dag had hij met de opper-officieren geconfereerd. De kansen
op succes waren gewikt en gewogen, maar in feite geloofden de Engelse
deskundigen, zo zij het al ooit gedaan hadden, al lang niet meer in een
verovering van Antwerpen. Er was reeds teveel tijd verstreken, het
element van verrassing was verloren gegaan, de weerstandskracht van de
verdedigers verveelvoudigd. Hel Engelse leger daarentegen begon de
invloed te bespeuren van de gevreesde Zeeuwse koorts. Het aantal zieken,
zowel op Zuid-Beveland als op Walcheren, nam met de dag toe.
Twee dagen lang vergaderde op fort Bath de Engelse krijgsraad, zonder
Strachan, die weigerde aan de besprekingen deel te nemen.
De uitslag was zoals ieder verwachtte: terugtrekken.
33