betalen, maar onder die Nederlanders zijn wij, landbouwers, niet begrepen, want wij moeten nu den lOen penning aan het zoogenaamde Kroondomein betalen, dat is aan het Hoofd van den Staat. Die tiendheffmg wordt jaarlijks verpacht. Nu hadden de meeste landbouwers te Melis- en Mariekerke het vermoeden dat men hen al jaren lang te veel had doen betalen; niet den rentmeester van het Kroondomein verdachten zij er van, maar den pachter der tienden, en speciaal den landbouwer F.J. Louws, Wethouder der gemeente Meliskerke, die ook in 1900 weer pachter was. Zekerheid der extra-plukking had men niet en kon men ook niet erlangen, omdat men de lijst der tiendplichtigen, waarop ook het bedrag, wat elk verschuldigd was, voorkomt, niet ter inzage kon krijgen. Den 3en Augustus 1900 had weer de verpachting der tienden in Melis- en Mariekerke te heffen plaats, door den Rentmeester van het Kroondomein, ten overstaan van den Notaris J. Loeff te Koudekerke. en werd wederom pachter F.J. Louws. Gewoonlijk wordt later ineene herberg zitting gehouden en gaan aldaar de tiendplichtigen het door het verschuldigde betalen; zij ontvangen van de pachter geen quitantie maar een paar stukjes St. Nicolaas- gebak, zooals de betalers meenden een geschenk van den pachter voor de prompte betaling; bij hen. die niet aldaar komen betalen, wordt door een bode of den veldwachter het verschuldigde afgehaald. Jan Jakobsen werd ook aan zijn huis door den bode om betaling verzocht, doch hij weigerde het gevorderde bedrag ad 16,04 te betalen, omdat hij tot de ontdekking was gekomen, dat een ander tiendplichtige minder moest betalen dan hij, hoewel hij evenveel tiendplichtig gewas had, en men hem weigerde inzage te geven van de lijst, waarop de namen der tiendplichtigen met het door hen verschuldigde voorkwamen. Het kwam Jakobsen daarom voor. dat de vorderingen alzoo geheel willekeurig en dus onrechtmatig waren. Jakobsen riep nu de hulp van een Praktizijn te Middelburg in, die aan den Notaris Loeff een afschrift van de lijst der tiendplichtigen verzocht, welk verzoek door den Notaris werd geweigerd onder mededeeling dat zijn ambt dit verbood. De pachter Louws riep de hulp van den Rentmeester van het Kroondomein in, en deze sommeerde den onwilligen betaler Jakobsen tot betaling, onder bedreiging hem anders te zullen vervolgen. De pachter Louws, bij den Praktizijn ontboden, verklaarde te weigeren eene quitantie te geven als Jakobsen mocht betalen en weigerde ook inzage van de gevraagde lijst te geven. Jakobsen werd nu bij den Rentmeester ontboden, die zijne klachteen weigering van betaling zonder inzage der lijst, billijkte en hem toezegde een afschrift der lijst ter inzage te zullen geven. Aan die toezegging werd voldaan en nu kwam het uit dat de pachter Louws de meeste tiendplichtigen. niet alleen te veel had doen betalen, maar bovendien uitgaven ten laste der tiendplichtigen had gebracht, wat deze voorkwam onrechtmatig te zijn. Door de tiendplichtigen L. Bosschaart en J. Jakobsen Jzn„ werd daarom aan den Officier van Justitie te Middelburg de volgende klacht ingediend: De ondergeteekende L. Bosschaart en Jan Jakobsen Jzn„ beiden landbouwers, wonende te Melis-en Mariekerke, geven UwelEd. Achtbare het volgende te kennen: Dat niet alleen bij hen, maar bij vele tiendplichtigen in de gemeente Meis- en Mariekerke het vermoeden bestond en nog bestaat, dat de tiendplichtigen al een paar jaren aan de tiend pachters te veel tiendgeld betaald hebben, maar aangezien het hun onmogelijk gemaakt was om dit te controleren, hebben zij er in berust. Den 3en Augustus 1900 werden de tienden op het Stadhuis te Vlissingen door den Rentmeester van het Kroondomein, ten overstaan van den Notaris Jan Loeff te Koudekerke weer verpacht, en werd onder anderen pachter Fl. J. Louws te Meliskerke, die aan de tiendplichtigen opgaf, hoeveel zij moesten betalen, en bepaalde hij den 28en November 1900 als betaaldag ten huize van Iz. Matthijssen, Herbergier te Meliskerke. De meeste tiendplichtigen betaalden aldaar te goeder trouw, maar ontvingen geene quitantie als bewijs. Het bleek echter aan Jan Jakobsen, mede-tiendplichtige te Meliskerke, dat Louws met verschillende maten mat en maar eene willekeurige som van de tiendplichtigen eischte. Hij weigerde daarom te betalen, omdat hij meer moest betalen dan een ander, men hem geene 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 29