VAN NOTARISHUIS TOT BRUIDSHUIS door J. Poppe Begin juni 1988 werd aan de Dam 8 te Middelburg het bruidshuis Fiësta feestelijk geopend, met een receptie, waar velen de familie Outermans geluk kwamen wensen. Het waarschijnlijk uit de 16e eeuw stammende monumentenpand is omgetoverd in een prachtige patriciërswoning van weleer. De benedenverdieping is uiteraard ingericht om aan het doel te beantwoorden waarvoor het bestemd is, maar de prachtige eikenhouten trap naar de bovenverdieping (welke trap gerestaureerd is door de restaurateur de heer Rijken), en de kamers en gangen op de bovenverdieping bleven zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat. Gelukkig is daarmede weer een oud dominerend monumentenpand voor Middelburg behouden en grotendeels in zijn oorspronkelijke staat hersteld. De bebouwing met huizen aan de Dam begon al vele eeuwen geleden. Uit de stadsrekening van H.M. Kestelooblijkt.dat de stad in 1542 voor 25 Ponden Vis. aan Court Jacobsz een stuk grond verkocht aan de Dam, om daarop een huis te bouwen. In 1636 blijkt dat door de Stad ruim 28 Pond Vis. werd ontvangen van diverse personen, wonende op de Dam Zuidzijde 'ende Dwarscaye deser stadt ter cause van den clynckert geleyt voor de deuren van hunne huysen'. De dakgootlijst van Dam 8 vermeldt twee namen, 'De Posthoorn' en de 'Roeybaerse'. Dat komt, omdat het pand vroeger uit twee woningen bestond. Vanaf de tuïnzijde is dit nog goed te zien. Reeds in 1606 worden in een register van de Rekenkamer van Zeeland deze twee namen vermeld, alhoewel ze toen iets anders geschreven werden. 'De Posthoorn' was het latere huisnummer G33 en de 'Roeijbaerse' had als huisnummer G32. Daarnaast staat het pand 'St. Jacob", nu Dam 6. In het register van de rekenkamer staan beide panden als volgt beschreven: 'Thuys daernaest de Roijbaersie, eijgenaresse ende bewoonster de Weduwe van Frederijck Sybrantssen, t heeft ses haertsteden. Thuys daeraen 'De Posthooren' aencommende de weezen van Jan Ingelss van der Burcht, bewoond bij Huijbrecht Berck, 't heeft ses haertsteden'. Na 1796 moeten de panden samengevoegd zijn. Beide panden zijn gebouwd ineen tijd dat de welvaart toenam. Middelburg beleefde gouden tijden met de rijke kooplieden, die zich daar vestigden. Zij deden goede zaken met andere landen en vergaarden zo hun kapitaal. Een woning liet men, zeker in die tijd, bouwen of verbouwen naar de gesteldheid van de toekomstige bewoner. Aan vergunningen was men niet of nauwelijks gebonden. Gebouwd kon er worden zoals de opdrachtgever dat zelf wilde. Wou hij tien kamers in het huis hebben, dan kon dat, wou hij er twintig hebben, dan kon dat eveneens; men kocht dan gewoon twee of meer huizen naast elkaar en liet daar één huis van maken, al naar de eisen die de toekomstige bewoner stelde. En zo kan men in Middelburg de grote en kleine monumentenpanden thans nog bewonderen, met de vele variaties in stijl en grootte. In 1796 wordt in het register van 'de Huis Schatting der Stad Middelburgh' van 'De Posthoorn' als eigenaar vermeld Gilles de Meyer. Dan maken we, wat de eigenaren betreft, een grote sprong van 1796 naar 1924, toen van het pand Dam 8 eigenares was Jonkvrouwe Henriette Francoise Schuurbeque Boeye, geboren in Middelburg op 1 juli 1858. Zij was een dochter van Jhr. Mr. Louis Wilhelmus Adriaan Schuurbeque Boeye en van Jkvr. Cornelia Huberta Elisabeth van Reigersberg Versluys. Jkvr. Schuurbeque Boeye trouwde in arnhem op 27 oktober 1879 met Jhr. Mr. Pieter Johannes 30

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 36