de dienst der Registratie en Successie.
En hoe werden deze woningen over het algemeen gemeubileerd? Omstreeks 1850 was dat zeer
royaal. In de hall stond meestal een grote staande wortelnoten klok, waarvan het scheepjes
mechaniek met elke tik heen en weer bewoog, alsof de golven van de zee zich in de klok
bevonden. De harde tik weergalmde in de grote ruimte. Een grote oude scheepskist met
koperbeslag, blinkend gepoetst.
Op de witte plavuizen lag meestal een groot Perzisch tapijt en altijd hing er een grote Engelse
kwikbarometer. Via de tochtdeur, voorzien van geslepen glas met bloemmotieven, kwam de
lange brede witte gang, voorzien van een roodachtige Perzische loper, die eindigde bij de grote
brede doorzichtige tuindeuren. De gangmuren voorzien van vele schilderijen, waarop de
generaties familieleden afgebeeld stonden. De brede eikenhouten trap werd verlicht dooreen
lantaarn en het beeldhouwwerk gaf een magistraal binnenkomen.
De ontvangkamer vertoonde in een houten omlijsting panelen met kunstig schilderwerk of
gekleurd satijn, terwijl de witte plafonds uit een stijlvolle en voorname stuckbedekking
bestonden.
Aan het bestand der meubelen ontbrak zelden een wortelnoten Zeeuws kruispootkabinet. een
palissanderhouten kussenkast met Yonische kapitelen, porceleinkasten. zowel staand als
ingebouwd, voorzien van een rijke inhoud wandborden.
Een familie, die zich respecteerde, bezat de onmisbare voorraad oud porcelein, eetserviezen
van Chinees blauw of gekleurd Japans, koffie-en theeserviezen van oud Saksisch, Engelse of
Hollandse makelijk en het ging meestal over van geslacht op geslacht. Er bevond zich ook wel
Delfts blauw, maar dat was minder in trek en verhuisde meestal naar het 'buitentje', dat de
bewoners van dergelijke huizen bovendien nog bezaten op Walcheren. Zware ronde mahonie
tafels, rustende op een gedraaide kolom, overleefden de diverse generaties en deze meubelen
komt men nu nog regelmatig tegen op antiekbeurzen of veilingen.
Donkere saaie overgordijnen beletten in de 18e eeuw het buitenlicht, terwijl de geplooide
neteldoekse raamgordijnen wel de uitkijk van binnenuit toelieten, maar de inkijk van buitenaf
verhinderden. Sommige huizen waren zo groot, datje op het dak kon vertoeven. Zo werd in
1793 eens een aankondiging gedaan dat het huis 'De Blauwe Hand' aan de Rouaansc kaai
verkocht werd en behalve de vele vertrekken die genoemd werden met Italiaanse en Franse
schoorstenen, werd ook vermeld, dat er op de zolder een 'meidenkamer' was en 'boven het
huys een groote loode dak met omheining, banken en andere cieraden en een windvaan',
zodat men op een mooie zomeravond op het dak kon vertoeven!
De grote tuin van Dam 8 lag achter het huis en grensde aan de Kuiperspoort, waar bovendien
een koetshuis aanwezig was. Daar werden de paarden en de koets gestald en het hooi en stro
opgeslagen. De koetsier werd tijdig via de huisknecht op de hoogtegesteld, als de familie met
paard en koets uit rijden wilde gaan, op familiebezoek naar een buitenplaats in Oostkapelleof
Domburg, waar men soms enkele dagen vertoefde, of om zomaar een toertje te maken over
de lommerrijke Walcherse wegen, waarvan sommige nog niet bestraat waren.
I n de Kuipers poort, grenzende aan de achterzijde van de Dam. stonden de pakhuizen waarde
wijnen werden opgeslagen door de rijke wijnhandelaren. Deze wijnen werden aangevoerd uit
Frankrijk via het oude vaarwater vanaf Rammekens naar Middelburg. De Rouaanse kaai
herinnert nog aan de handel met deze Franse stad. aan welke kaai de wijnen werden gelost om
opgeslagen te worden in deze pakhuizen en in de pakhuizen van de Pijpstraat.
Dal de Dam een voorname woonplaats was. blijkt uit het dagboek van J.H. Schorer, toen hij
in een bewogen tijd. dagelijks begon met aantekeningen te maken. Hij was burgemeester van
Middelburg tussen 1809 en 1810. Hij vermeldt o.a. in december 1809: 'De Engelsche schepen
waren alle aan 'wegzeylen. Tegen den avond trokken de Hollandsche troepen naar Veere en
kwam de Hertog van Istrië uit Vlissingen hier en kreeg kwartier bij mevrouw Hurgronje op
den Dam'.
De bewoners van Dam 8 hadden uitzicht op de daar staande Korenbeurs. 'De Koorenbeurs.
32