Schouwburg Dijkje Door H. van Langevelde In 1956 verscheen de roman 'Vechten tegen de bierkaai' door L.W. de Bree. Daarin lezen we dat Willem Schuilwerve en zijn vrouw Claartje de Ligny naar de Schouwburg gaan. Het is 1 december 1860. En boven de ingang staat 'Castigat ridendo mores', d.i. Al lachende kastijdt (geselt) men de zeden. De Bree was een serieus man. Het stond er dus toen al. En bij alle verbouwingen is het gebleven. Alle? Nee, bij de laatste niet. Waarom niet? Er is ruimte genoeg. Waren er geen letters? De Sint Jacobspassage ln het oude winkelcentrum van Vlissingen gebeuren grote dingen. De Sint Jacobsstraat werd kort geleden geheel overdekt en dat is nog maar het begin. Binnenkort komt de Lange Zelke aan de beurt en dan zullen we in een droge Zelke kunnen winkelen. De nieuwe passage werd trots ten doop gehouden als Sint Jacobspassage. Tegen die naam is weinig in te brengen, want de parochie was vanouds toegewijd aan de heilige Jacobus de Meerdere en Sint Jacob was ook de schutspatroon van Vlissingen. Maar ik kan in de passage nergens een verwijzing vinden naar de symbolen waaraan je Sint Jacob altijd kunt herkennen zoals de pelgrimsstaf, de Jacobsschelp (Coquille Saint Jacques) en zelfs zijn pelgrimskruik ontbreekt en die werd zelfs het stadswapen van Vlissingen. Of zou het zo zijn dat de naam Sint Jacobspassage helemaal niet stichtelijk is bedoeld en dat Sint Jacob gewoon een welvaartsheilige gaat worden, net als Sint Nicolaas. Maar ik hoop dan toch niet dat men Sint Jacob binnenkort gaat afbeelden met een boodschappentas, omdat men in zijn geestdrift over de passage vergeet dat Sint nog altijd Heilige betekent. .19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 45