Kaartje Domeintienden (Rijksarchief Zeeland)
bij de verkoop van een Zeeuwse heerlijkheid auto
matisch mee werden verkocht zonder toevoeging in
het koopcontract heeft veel disputen opgeleverd.
Uiteindelijk moet de vraag ontkennend beantwoord
worden. Wat dus kon inhouden dat de grond kon
worden verkocht en dat men het tiendrecht behield of
andersom.
We zagen dus dat 'tienden' een oud belastingsysteem
was. Een erfenis uit het statische karakter van de
middeleeuwse landbouw. Het remde elke vorm van
investeren af, want in tegenstelling tot onze huidige
belastingen, die werken op netto winstbegrip, vorm
den tienden een last op de bruto opbrengst. Met
investeren en ondememerskosten werd dus geen reke
ning gehouden. Een ander bezwaar vormde ook de
grote groep van tiendheffers die in feite van de arbeid
van anderen leefden zonder er ook maar iets voor te
doen. De opbrengsten van het land, in het zweet des
aanschijns verdiend, verdwenen uit de regio richting
stad. Het platteland werd geconfronteerd met een
geldvlucht die op den duur een vreemd karakter
kreeg, omdat domeinen ook veel tiendrechten beza
ten. Op deze wijze kende de Zeeuwse boer naast zijn
normale belasting, ook nog een aandeel in 's rijksbe
groting door het betalen van tienden.
Uiteindelijk werden in 1907 middels de Tiendwet de
tienden afgeschaft.
Terugkomend op de Walcherse Tiendpalen kunnen
we hierover het volgende opmerken.
Tot nu toe zijn er door ons ca. 40 van dergelijke palen
teruggevonden en gelocaliseerd. Al deze palen ver
tonen naast een zelfde stereotiepe vorm en afmeting,
dezelfde soort inscriptie en wel een getal van twee of
drie cijfers, daaronder de hoofdletters Z-T en daar
weer onder opnieuw een getal of een letter. In Oost-
kapelle is sprake van een stel palen waar i.p.v. met
cijfers met letters wordt gewerkt a, b, c en d. De als
een j uitziende letter in de inscripties is de oude
schrijfwijze voor het cijfer 1 (een). Hoewel ondanks
naspeuring, tot nu toe niet exact bekend is wat e.e.a.
betekent, kan met enige zekerheid, tot het tegendeel
bewezen wordt, aangenomen worden dat het boven
ste getal slaat op de tiendgerechtigde of op het blok of
de percelen binnen de heerlijkheid. Z-T zou kunnen
staan voor Zeeuwse Tienden, terwijl het onderste
20