XV
Terwijl wij de stad bezoeken en haar archieven door
snuffelen, zijn onze vrienden uit Den Haag aange
komen. Het zijn er meer dan we verwacht hadden,
maar waarom geklaagd'? Daarentegen zijn degenen,
die we uit Brussel verwachtten, niet gekomen. Er zijn
2 dames bij: mevrouw de Stolpine en prinses Na-
ritschkin, 4 heren: Nicolaas de Stolpine, de jonge
prins Gagarine, graaf Goubatstow en een jonge Russi
sche professor! Wat wil men nog meer?
U kunt zich voorstellen hoe onze gasten ontvangen
werden. We hebben ze in Middelburg verwelkomd
en zijn per boot vertrokken. We hebben hen in onze
kajuit een geheel zelf vervaardigd diner aangeboden,
waarvan ik toevallig het menu in mijn aantekeningen
heb teruggevonden:
Soep Parmentier
Hors d'oeuvre
Garnalen hapjes
Zeeuwse hamomelette
Tournedos
Pommes parisiennes
Gebraden poularde
Salade
Boontjes a la maïtre d'hotel
Geflambeerde Charlotte Russe
Taart Middelburg
Dessert
Wijnen:
Sherry, Saint-julien, Rudesheimer, Röderer
Men zei, dat onze keuken prima was en men was
opgetogen. Het was wél zo, dat 2 grote voorwaarden:
honger en vrolijkheid bij onze vrienden aanwezig
waren en ons te hulp kwamen. Na de maaltijd bezoch
ten we Veere en het stadhuis. De burgemeester ont
ving ons op het bordes en heeft ons met grote vrien
delijkheid al zijn rijkdommen getoond. Daarna zijn
we per rijtuig teruggekeerd. We hebben gelogeerd op
Overduyn en gedineerd in Domburg, en gingen daar
na voor de 2e maal een bezoek brengen aan de Zeeuw
se hoofdstad. De zon schijnt prachtig en de stad is
reeds levendig door allerlei soorten van lawaai.
We komen er in de kermistijd en van 's morgens tot
's avonds, maar evenzeer van 's avonds tot 's mor
gens viert iedereen feest. Dus vlug onze vrienden
ophalen. Ze logeren in Hotel De Abdij en daar moe
ten wij hen dus ontmoeten.
Maar Hotel De Abdij is zomaar geen gewone
karavaanherberg!
Men mag best eens een oogje aan haar wagen. Laat
mij er U introduceren; misschien bevalt het U. Wat
kan de toekomst nog voor ons verborgen houden?
Wanneer U eens vermoeid bent van de vreugden van
de wereld, wanneer U afstand wilt doen van het
geraas van het leven, wanneer U, zonder de stad te
verlaten, zich wilt terugtrekken in een 'halve eenzaam
heid', dan moet U daarheen gaan. De rust en de
kalmte lijken op die plaats domicilie gekozen te heb
ben, en geen enkele plaats leent zich beter voor over
peinzing. Alles lijkt te zijn gecombineerd om van dit
hotel van naam, druk beklant en veel bezocht, een
soort van stil retraite oord te maken en een eenzame
schuilplaats. Om er te komen moet men een doolhof
van straten door, een verwarrend aantal pleinen over
steken, die op binnenplaatsen lijken, en onder feodale
gewelven door. Men gelooft een kasteel binnen te
komen en men ontdekt, dat men zich bevindt op een
groot plein, overschaduwd door prachtige zwaarbe-
bladerde bomen en omgeven door schitterende goti
sche gebouwen.
Links en rechts zijn het spitsbogen, torentjes, dak
vensters, oude poorten, weelderige booggangen en
oude gevelspitsen, die worden bekroond door een
soort godsdienstige reus, genaamd 'Lange Jan', die
zijn vergulde windwijzer tot in de wolken priemt. Dit
plein is de binnenplaats van De Oude Abdij, gesticht
door de bisschop Godebald, uitgebreid door Willem
II, en later na het verdrijven en het vertrek der
monniken, geseculariseerd en veranderd in het Hof
van Zeeland.
Men moet dankbaar zijn aan hen, die de oude reli
gieuze gebouwen op deze manier hebben aangepast
aan hun nieuwe wereldlijke bestemmingen, dat zij zo
scrupuleus hun karakter hebben gerespecteerd. Het
was zeer wel mogelijk geweest, dat zij al deze construc
ties van een vorige eeuw hadden veranderd in iets zeer
banaals.
Zij deden dat niet en we moeten hen daar dankbaar
voor zijn; want 2 moderne gebouwen 'verfraaien' de
uitersten van het plein, het paleis van de gouverneur
aan de ene zijde en het Hotel De Abdij aan de andere
kant, en zij werpen een soort smet op dit eerbied
waardige geheel, maar men moet dit wijten aan
brand, en niet aan zorgeloosheid of slechte smaak
van de overheid.
Hoor, wat de oude schrijvers ons daarover zeggen:
(Guicciardini, 1625) 'Deze Abdij was een fraai ge
bouw, dat door een vreselijke brand, die in de stad
uitbrak, bijna geheel verbrandde, o.a. de hele kerk,
de toren, die hoog, mooi en recht was, het refecto
rium, de omgang van de kloosters, de keuken, de
hoofdplaats, de mooie en grote bibliotheek, prach
tige zeldzame schilderijen en altaarstukken, en meer
dere rijke versieringen van de kerk'.
Blaeu zegt, dat meer dan 200 huizen bij deze grote
brand verwoest werden. Maar de huizen werden her
bouwd, terwijl men de prachtige bibliotheek, die de
kroniekschrijvers noemen, en die manuscripten be
vatte uit de grote school van de Bourgondische mini
atuurtekenaars, niet kon vervangen en evenmin de
prachtige schilderijen, waaronder zich meesterwer
ken hebben bevonden van Jean Gossaert, van de
grote Jean de Mabuse, zoals hij toen reeds signeerde,
en die in die tijd in Middelburg woonde en voor de
25