DE WETE WEET 'T Reaktie op 'Kestekkels' Op de vraag van de heer K. Witte naar de oorsprong van het woord kestekkels kwamen 3 reakties binnen. De 3 verklaringen stemden grotendeels overeen, zodat hier een samenvatting volgt. Met dank aan de heer W. van Leeuwen uit Roozendaal, de heer A. Francke uit Serooskerke. die namens 'de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek' reageerde en een anonieme Vlissingse schrijver (-ster). Ook wijdde de heer A.H. van Dijk in januari 1980 een 'Dijkje' aan dit onderwerp. De juiste locatie van de kestekkels was enkele honder den meters ten oosten van de Oranjemolen. Het betrof de z.g. Oostbeer, een stuk vestingwerk, tegen de aanrollende golven nog beschermd door rijen eiken palen, onderling weer door palen en ijzeren bouten verbonden, staketsels geheten naar het Fran se woord 'estaquettes'). Ook langs de zeewering bij Boulevard Bankert, de Westbeer, waren deze staket sels aangebracht. In 1972 bepleitte de heer A. Korteweg uit Vlissingen het behoud van deze golfbrekers. In de volksmond is dit woord verbasterd tot kestek kels of kerstekkers. Een dergelijke letterverschuiving komt meer voor, b.v. perkoenpaeltje, dat kerpoen- paeltje wordt. Soms wordt in ons dialect spontaan een letter inge voegd, b.v. de R: kesteel komt voor naast kersteel kenien naast kermen, kestanke naast kerstanje en kestekkel naast kerstekker. In het laatste voorbeeld worden de R en de L als slotmedeklinker verwisseld, zo ook in sloter naast slotel en in keuterboer naast keutelboer. Een van de inzenders heeft nog meerdere verhalen over 'Het Eiland' te melden. Wij zien ze gaarne tege moet. Dan wel, als het kan, met vermelding van de naam van de auteur. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1990 | | pagina 30