EEN BIJZONDER MOLENTJE EN EEN BIJZONDERE UITVINDER Even ten oosten van Zoutelande ligt de voormalige parochie en ambachtsheerlijkheid, nu een buurtschap, genaamd Werendijke (Werendike). De naam is zeer waarschijnlijk ontleend aan een kleine dijk, die een gebied met een kreek buitendijkte. Te Werendijke heeft een klooster gestaan, maar dat is van weinig betekenis geweest. Ook het gehucht is nooit erg groot geweest1. Thans doen nog twee boer derijen de naam Werendijke voortleven, n.l. Groot- Werendijke en Klein-Werendijke. Bij deze eerste boerderij, gelegen links van de weg Biggekerke - Zoutelande, heeft een molen(tje) ge staan en hierover is weinig bekend. In de officiële statistieken komt hij niet voor. Het Verslag der Provinciale Schoonheids- en Archeologische Com missie over het jaar 1926 vermeldt voor Walcheren 26 windmolens, maar niet het molentje van Werendijke; in 1948 zijn er nog 18 over en daarbij is niet ons molentje2. Er is een foto, een kiekje van de molen, genomen door wijlen de heer H. Hendrikse uit Koudekerke, zelf liefhebber van molens en verzamelaar van Zee- landica. Deze foto, gekregen van Willem Roosejr. uit Koudekerke, is het uitgangspunt geweest van mijn naspeuringen naar dit bijzonder molentje en de maker ervan. Het molentje De gegevens over het molentje heb ik gekregen door bestudering van twee foto's, door twee krante-artike- len3 en door gesprekken met verschillende personen die het molentje gekend hebben. Het menselijk ge heugen is echter niet geheel betrouwbaar en men spreekt elkaar nogal eens tegen. Zo ook over de plaats waar het molentje heeft gestaan. Het is echter wel zeker dat het gestaan heeft z.z.w. van het hof 'Groot-Werendijke', achter de schuur aan de kant van de duinen (zie tekening). Waar men het wel over eens is, is het feit de dat molen gebouwd is door Jacob Geelhoed, toen boer op het hof. Dat is gebeurd in de tijd toen Pieter Verhage uit Meliskerke knecht bij hem was en dat was van 21 oktober 1933 tot 23 mei 1934. De molen was een grondzeiler, d.w.z. dat de wieken dicht langs de grond gingen; dus geen stellingmolen of bergmolen en het was een bovenkruier. Alleen de kap was draaibaar op de wind en niet het gehele molenhuis, zoals bij een standerdmolen. Er was een betonnen vloer en kleine poeren waarin ijzeren H-balken van ongeveer één meter verankerd zaten en daarin weer houten gordingen die dienden als stijlen. Het molentje was bedekt met riet, wat duidelijk blijkt uit een der foto's. Sommigen spreken echter van situatie anno 1941 Groot-Werendijke gemaakt naar een tekening van A. Dingemanse 1. molen 2. travalje 3. smidse 4. schuur 5. huis 6. put 7. varkenshok 8. mestput 9. perceeltjes grond 10. houtwal 11. sloot 12. vijver 13. baan 14. boomgaard 15. erf 16. huis H. Ova 17. bouwland L. Vos 18. Klein-Werendijke, J. Wisse 19. weiland C. Vos 20. weiland 21. bouwland 22. richting foto 23. provinciale (Werendijkse) weg 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1990 | | pagina 4