F O O R IFAJR DEN, op welke Partikuliere Personen, in het Cfl)C£ftc()É te Middelburgworden aangenomen. SIMPELHUIS. Eerste Klasse i.) Voor Inwoning, Voedsel, Drank, Bewassdien Verstellen van Kleeding en verdere verzor ging, waaronder het genot eener Vrije Kamerwordt jaarlijks betaald eene som van ƒ170. 20 De betaling geschiedt bij het inkomen, en vervolgens van drie tot drie maanden vooruit aan den Kassier van de Directie des Gestichts; zullende men bij het overlijden of ver trekken van den geplaatsten persoon verpligt zijn de ingetreden drie maanden voluit te betalen. 3.) Bij het inkomen van den te plaatsen persoon, moet aan den Binnen-Vader of Moeder wor den betaald eene som van f 10 -, en bij het verlaten van het Gesticht f 5 -, Voorts aan de Bedienden van het Huis, bij Nieuwe Jaar en Kermis ƒ2,50. 4.) Onder Voedsel en Drank wordt begrepen Des morgens: Boterhammen van Tarwen Brood met Gorcumsche Boter, Water en Melk. Des middags: tweemaal 's weeks Soep met Vleesch of Schenkel, en eenmaal's weeks Aardappelen met Stokvischde overige dagen Aardappelen met Groenten of Meelspijs naar gelang dat het jaarsaizoen medebrengten eene portie Vleesch. Des namiddagsWater en Melk. Des avondstweemaal 's weeks Karnemelks-Pap de overige avonden als 's morgens. 5.) Bij Ziekte of uitwendige Ongemakken worden de geplaatste personen kosteloos verzorgd door den Genees- of Heelmeester van het Gesticht, met uitzondering der Geneesmiddelen, welke afzonderlijk in rekening worden gebragt. Ingeval men echter mogt verkiezen voor den geplaatsten persoon een anderen Genees- of Heelmeester te gebruikenzal zulks den Besteders vrij staan, mits zulks voor hunne eigene rekening geschiede. <5.) Voor den geplaatsten persoon zullen, ten minste binnen acht dagen na de plaatsing, moeten worden ingebragt de navolgende Goederen VOOR HET MANNELIJK GESLACHT: Een Bed. Eene Hoofdpeuluw. Een Hoofdkussen. Twee Dekens. Vier Lakens. Twee Kussensloopen. Vier Hemden. Twee Borstrokken. Vier Dassen. Vier Zakdoeken. Twee Nachtmutsen. Twee Rokken of een Rok en een Buisje. Twee Vesten. Twee Broeken. Drie paar Koussen. Twee paar Schoenen. Drie Servetten. Drie Handdoeken. Een Hoed of Pet. Een Tinnen Lepel. Een Stalen Vork. Een Tinnen Waterpot. Twee dito Borden. Een dito Kroes. Eene KistKoffer of Tafelkas om de Goe- deren in te bergen. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1990 | | pagina 9