PASEN EN PAASGEBRUIKEN
sindsdien 7 tot 8 maal zo groot is geworden!).
Een aardig aspect in het boeiende betoog van
Dhr. Bosscher was dat steeds weer naar voren
kwam hoezeer er een onderlinge verwevenheid
bestond en bestaat tussen Marine enerzijds en
ZeelandWalcheren/ Vlissingen anderzijds.
Voorbeelden hiervan zijn o.m. het reeds in 1540
te Veere gevestigde Arsenaal, natuurlijk de
marine-werf in Vlissingen en de al eerder ge
noemde Michiel de Ruyter, die immers op 24
maart 1607 te Vlissingen werd geboren.
Na de pauze was het woord aan Kapitein-Lui
tenant ter Zee, J.J. Mooldijk, die de periode na
1945, en daarbij met name de marinetaken in
het Zeeuwse, behandelde. Uit zijn verhaal werd
duidelijk dat er voor de Marine van vandaag nog
steeds een duidelijke, zij het uiteraard heel an
dere, taak is weggelegd. En dat deze Marine, om
het met de reclame-slogan te zeggen, bepaald
'een wereld op zich' is. Tegelijkertijd kwam
echter een stuk onzekerheid voor de toekomst
naar voren, immers: de kazerne dreigt een ka
zerne zonder schepen, zonder specifieke taak
stelling en zonder rol m. b.t. nieuwbouw-begelei-
ding te worden. Een duidelijke aanwijzing dat
de toekomst er voor de Vlissingse kazerne,
mede ook in het licht van de oost-west ontspan
ning, niet bijzonder rooskleurig uit lijkt te zien.
In zijn dankwoord sprak onze voorzitter de
hoop uit dat de ruim 5 eeuwen oude band tussen
Degene die iets meer wil weten over de historie
van de Koninklijke Marine wil ik nog even wijzen
op een ook door Dhr. Bosscher genoemd aardig
boekje (beknopt, goed leesbaar, ruim geïllu
streerd):
Drs. L.L.M. Eekhout e.a„ 500 Jaar Marine,
Amsterdam.
De Bataafsche Leeuw, 1988.
Marine en Zeeland in de toekomst niet geheel
verloren zal gaan. Een mening waarmee verre
weg de meeste toehoorders zeker van harte
instemden.
Uit de Bijbelverhalen weten we, dat Pilatus aan
het volk vroeg: 'Wie moet ik loslaten, Jezus of
Barrabas?' en ieder weet het antwoord daarop.
Een gebruik in Zeeland was vroeger, op Goede
Vrijdag iemand, die gevangen zat in 's Graven
steen te Middelburg, en die niet al te veel op zijn
kerfstok had, dus iemand die voor een niet al te
zwaar vergrijp gestraft was en gevangen zat, vrij
te laten.
Zo kreeg Griete Boels, die hemden had gestolen
van Abdijbewoners, die bij een wasvrouw ter
behandeling waren gegeven, 'op den Goeden
Vridach gracie'.
De Rekenkamer in Den Haag ontving in 1544
van de rentmeester van de Westerschelde een
rekening, wegens door hem gemaakte kosten,
voor de vrijlating van een gevangene op Goede
Vrijdag. De heren van de rekenkamer vroegen
zich echter af, of de rentmeester 'bewesten de
Schelde', wel het recht had een gevangene op die
dag vrij te laten en waaraan hij dat recht dan wel
ontleende.
Met die boodschap begaf een klerk zich uit in
Den Haag naar Zeeland. De rentmeester voelde
zich op zijn teentjes getrapt en verzocht daarom
notaris Pieter Pieterz. Schier, een akte op te
maken om te laten constateren, dat dit een oud
voorrecht van de rentmeester was.
Zo verschijnt in 1546 voor de notaris, de
eerzame Willem Janszoon Hals, poorter van de
5