HET EILAND
Als reaktie op zijn artikelen over het Vlissingse
Eiland ontving de heer Kareis o.a. het onder
staande verhaal van de heer F.H. v.d. Kop.
Deze schreef het verhaal als jeugdherinnering
en stuurde het op voor de prijsvraag van Uitge
verij Michon en de P.Z.C. Het leek de heer
Kareis een mooie aanvulling op zijn verhaal.
In 1920 ben ik te Middelburg geboren. Al kort
daarna verhuisde ons gezin naar Vlissingen en
wel naar het toenmalige 'Eiland', een buurt
gelegen bij de havens en langs de Scheldedijk tot
de Dam, bij de Slikhaven, die het met de oude
binnenstad verbond. Mijn vader voer op één
van de toenmalige 'Zeelandboten', die een dage
lijkse dienst van en naar Engeland onderhielden.
Het was geen wonder dat we daar woonden,
daar praktisch de gehele bevolking leefde van de
zeevaart met aanverwante bedrijven.
Naast de al vernoemde 'S.M. Zeeland' had je
o.a. de Provinciale veerdiensten, de Marine, het
Loodswezen en zeeslepers, wachtend aan de
steigers op een prooi. Verder het Bunkerstation
van de S.H.V. en natuurlijk 'de Kon. Maatsch.
de Schelde'. Vele mensen van 'Het Eiland'
hadden een betrekking bij zo'n bedrijf.
De sluizen vormden een verbinding van 'Het
Eiland' met de Spoorwegen, die daar een eind
station hebben. Daar kwam naast de normale
lijndiensten dagelijks een bijzondere trein aan,
'de Mitropa' geheten, uit Centraal Europa, met
vele buitenlandse reizigers voor de overtocht
naar Engeland (er waren nog geen luchtvaartlij-
nen).
Bij slecht weer lagen vele -toen voornamelijk
Groningse- kustvaarders aan de steigers, bij de
huizen aan het kanaal, te wachten op beter
weer. Dan kon het in de verschillende cafeetjes
gezellig druk zijn en werd er menig glaasje
gedronken. Het café van de Rooie Gravin met
zijn pierement en gekleurde lampen was voor
ons jongens een ware kijkdoos. Een en ander
maakte dat de buurt een heel aparte sfeer had en
dit werkte wederkerig op de bewoners, die
dikwijls kontakten legden met het zeevolk.
Voor ons jongens was deze buurt een geweldig
speelterrein. Vooral omdat we daarbij nog een
16
eigen strandje tot onze beschikking hadden.
Daar werd wat afgevoetbald, meestal op onze
blote voeten, en we leerden er b.v. zelf zwemmen.
Ook vissen (bijv. peuren met zeewormen), kreu
kels zoeken en krabben vangen waren geliefde
bezigheden. En als we met een oudere mee in
een roeibootje mochten zeilen of roeien kende
onze vreugde geen grenzen.
Vele vaders knutselden miniatuurscheepjes voor
hun kinderen om mee te spelen. Wij kropen
daarmee door het mulle zand en duwden onze
scheepjes voort, naar of van zelfgemaakte ha
vens. Wij bootsten eigenlijk na wat we dagelijks
rondom ons in werkelijkheid zagen gebeuren,
's Zomers in de middag was er op het strand
altijd een gezellige drukte. Spelende kinderen
zag je er, of buurvrouwen die met hun kroost
gezellig bij elkaar zaten in een gegraven put in
het zand. Ze keuvelden, breiden of bruinden of
zwommen totdat om ongeveer half zes de mail
boot verscheen, die enige stoten op de fluit blies
vóór het binnenvaren in de haven. Dat was het
sein dat de huisvrouwen naar huis snelden om
voor het avondeten te gaan zorgen.
In die tijd kon je nog volop garnalen goedkoop
krijgen, die werden uitgeleurd door Arnemuidse
vissersvrouwen, die ze kochten van de vissers,
die op de hoogaarsen voeren en aanlegden aan
de vissershaven aan de Nieuwendijk.
Als jongens kochten we als het warm weer was
voor 1 cent een 'schuutje', zoals we de ijswafel-
vorm noemden, bij een ijscoman die Maas
heette.
Op 'de Schelde' werden in die tijd een paar
prachtige schepen gebouwd, vnl. voor de Rot
terdamse Lloyd. Deze werden ingezet naar
Indonesië, dat toen nog een kolonie van Neder
land was. Ik herinner mij nog namen zoals de
Indrapoera, de Sibajak en de Dempo.
Als deze schepen hun proefvaarten moesten
maken lagen ze soms enige dagen voor de slui
zen, vlak voor ons woonhuis, 's Avonds waren
ze schitterend verlicht, en dat was voor ons
kinderen bijna een sprookje om te zien.
Daar 'de Schelde' steeds grotere en bredere
schepen ging bouwen werden de bestaande slui
zen te klein. Er moest een grotere doorgang
naar zee worden gebouwd. Alvorens men daar
toe overging werden eerst de toenmalige sluis
wachtershuizen met nog enkele gebouwen die
daarvoor in aanmerking kwamen afgebroken.
De sluiswachters kregen nu nieuwe huizen tus
sen het station en het opleidingsschip van de