1971 1991 DE EERSTE STEEN Brand bij Van Heemstee In het rechterlijk archief vond ik het hierna volgende artikel: Op 23 Augustus 1749 compareerden (versche nen) Marijtje- Vredeburch, huijsvrouw van Cor nells Dekker, Anna de Lapper, Lijs de visver koopster, Vrouw Cramer, Vrouw Velthuijzen, Sophia de Vries en Caatje de Bijl wonende op de Vischmarkt dewelke verklaarden op den 15den Augustus des nagts ter oorzaake van de brand in de Baan ontstaan bij den anderen voor hun deuren op de straat te hebben gezeten en als- doen hebben gezien dat omtrent half twee uren over de Vischmarkt is komen gaan een persoon welke op den schouder hadde twee laeden zoo vol met goed (kleding, linnengoed etc.) gesta peld dat het boven zijn hoofd uijtstak, dat bij deselve persoon (welke is genaamd Cornelis Roos sijnde de man van Lijs de mosselvrouw) nog een persoon was zijnde een smidsknegt die een mandje droeg. Dat de heer van Heemstee welke twee laeden met goed in die nagt is quidgeraakt doch die niet hebben kunnen achterhaald worden, dit verne mende door zijn knegt aan gemelde Cornelis had laten vragen die laeden terug te brengen, doch datCornelis seijde dat hij alleen maar enig goed had geborgen voor zijn zuster wonende in de Ketelaarsgang. Tot zover het artikel, doch daarmee was 'de kous (nog) niet af. Aan het rechtscollege (in dit geval schout en schepenen) de taak om de zaak verder uit te zoeken. Op een viertal gebouwen in het dorp Koude- kerke wordt vermeld wie de eerste steen heeft gelegd. In 1871 was dat Jonkvrouw van Doorn die deze plechtigheid verrichtte bij het bouwen van de 'Bewaarschool'. Zij legde niet alleen de eerste steen maar ook de bouwkosten en het salaris van de schooljuf frouw waren voor rekening van de familie. Kou- dekerke kreeg zodoende als eerste plattelands gemeente een 'Bewaarschool', spoedig daarin gevolgd door Oostkapelle. Op 25 juni 1877 Bij een eerste onderzoek bleek al dat hij in het geheel niet bij zijn zuster geweest was. Na ook nog enkele malen een ander adres genoemd te hebben waar hij het 'goed' gebracht had zo genaamd, bleken die ook uit zijn duim gezogen te zijn. Volgens een verklaring van Jan Borch, hofmeestersknecht bij Van Heemstee, was hij op 16 augustus naar de voornoemde Cornelis Roos gegaan, dewelke tegen hem gezegd had dat hij de spullen wel had maar dat ze op het stadhuis opgehaald moesten worden. Een heel eigenaardige bekentenis en wat het laatste betreft, zal het de zoveelste leugen geweest zijn. Over het verdere verloop van de rechtszaak vermeldt het stuk niet veel meer. Er volgde alleen nog een aantekening dat de zaak 'onder handtasting afgedaan werd'. Vastgesteld kan in ieder geval wel worden dat Cornelis Roos allerlei uitvluchten zocht, om zijn laakbare handelingen te verdoezelen. Het Middel-Nederlands woordenboek geeft voor het woord 'handtasting' de volgende verklaring: handtasting: hetzelfde als hantslach hantslach 1) klap, oorvijg 2) handslag als teken van trouw Waarschijnlijk zal het eerste van toepassing geweest zijn. Wat deze straf precies inhield werd niet vermeld. Was het een klap met de hand of met een ijzeren voorwerp zoals in die tijd wel gebeurde? Wij weten het niet, maar als hij er met een oorvijg vanaf gekomen is, is hij er in ieder geval goed vanaf gekomen. j Kaijouw werd door burgemeester P. Boone dezelfde han deling verricht voor de bouw van een gemeente huis. Op 24 januari 1880 deed de heer Van Doorn hetzelfde voor de hervormde pastorie. Maar voordat voornoemde gebeurtenissen plaatsvon den, werd reeds op 1 mei 1869 door burgemees ter A. Aarnoutse de eerste steen gelegd voor de bouw van een nieuwe lagere school. De nood zaak hiertoe werd tot uitdrukking gebracht in een schrijven van de inspekteur voor het 'Ge neeskundig Staatstoezight in Zeeland': 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1991 | | pagina 11