Geneeskundig Staatstoezight, Middelburg, den 22 Juni 1868 Ik zie mij in de noodzakelijkheid UEdachtb. mededeling te doen van mijne bevindingen ten opzigte van de gesteldheid van Uwe Gemeente- School, aan welke eenige dagen geleden door mij een bezoek werd gebragt, omdat ik tot mijn leedwezen moet betuigen dat die bevinding van zoodanigen aard is dat daardoor bij mij de overtuiging is ontstaan dat de toestand, waarin dien School verkeert niet mag voortduren. Reeds dadelijk viel het mij in het oog dat gemis van ruimte een hoofdgebrek van het lokaal uitmaakt en de mij omtrent de getalsterkte der leerlingen gegeven inlichtingen waren genoeg zaam in staat om de nadeelen te berekenen die daaruit noodwendig moeten voortvloeijen. Niet alleen dat schooltafels en banken zoodanig tegen elkander aangeplaatst zijn, dat de kinde ren eenmaal zittende, de laatsten niet ongehin derd voor de andere kinderen, kunnen verlaten, omdat eene gevorderde tusschenruimte ont breekt, maar er waren banken van zeven plaat sen, waarop acht kinderen gezeten waren. Uit de afmeting van het lokaal bleek voorts dat 10 het eene lengte heeft van 13.2 ned. el, eene breedte van 4.3 en eene hoogte van 3.75, zoodat de inhoudsmaat 311 kubieke el bedraagt en gaat men na dat het Schoolbezoek thans zich niet zelden omstreeks 150 (bij 158 ingeschrevenen) bedraagt, dan heeft ieder kind hoogstens over 2 kubieke el luchts te beschikken, zoodat het niet te verwonderen is dat voor de ademhalingsbe hoefte geringe hoeveelheid die bovendien wel dra door natuurlijke uitwaseming van de kinde ren en door de exhalatiën, die zich bij warmte uit hunne kleederen ontwikkelen, verontreinigd wordt, de aanleiding is dat sommigen het er geen twee uren in kunnen uithouden zonder door hoofdpijn, misselijkheid, brakingen soort gelijke verschijnselen te worden aangedaan. Het beste stelsel van ventilatie is niet in staat om hen aan het gevaar daarvan te onttrekken. Naar aanleiding hiervan zie ik mij gedrongen Uwe gemeente-school, ter zake van wanver houding van de ruimte tot het getal school gaande kinderen en daardoor niet voldoening aan de eischen des gezondheids leer, af te keuren en UEdachtb, in overweging te geven om de gevorderde maatregelen te nemen, opdat zoo spoedig mogelijk in het aangewezen gebrek

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1991 | | pagina 12