hof dan Jan van Hellenburch de rechtmatige
eigenaar is.
Intussen komt er hoe langer hoe meer verzet
tegen het feit dat de molen een dwangmolen is.
Verschillende processen zijn er voor de vier
schaar in Veere gevoerd. Sommigen gingen in
hoger beroep, doch steeds trokken de inwoners
van Zanddijk aan het kortste eind en werd men
gedwongen het graan naar de Zanddijkse molen
te brengen op straffe van dubbel maalloon te
moeten betalen. Steeds weer werden andere
redenen aangevoerd om zich aan deze dwang te
onttrekken. Zoals hierboven al vermeld staat,
zijn er processen gevoerd omdat men vond dat
de molenaar zijn recht verloren had door niet
onmiddellijk een mast te plaatsen na het af
branden van de molen.
In een in hoger beroep gevoerd proces op 21 juli
1606 te 's-Gravenhage beriep de Zanddijkse bier
brouwer Boudewijn Goethals zich op het feit
dat Zanddijk-buiten sinds 1574 onder het rechts
gebied van Veere was geplaatst en hij zich nu
dus poorter van Veere mocht noemen en dien
tengevolge niet gedwongen kon worden om zijn
graan op de Zanddijkse molen te laten malen.
Het laatst gevoerde proces in hoger beroep was
op 5 maart 1630. Intussen is de molen weer van
eigenaar veranderd, want op dat moment staat
ze op naam van David Jorissoon.
In de loop van de 17e eeuw ondervindt de prins
van Oranje die eigenaar was van de beide
Veerse korenmolens, veel schade van de Zand
dijkse molen. Als dan ook in 1675 de weduwe
van Thomas Leersnijder besluit de molen van
de hand te doen, is de koop snel gesloten.
In het Algemeen Rijksarchief te Den Haag trof
ik hiervan de volgende overdrachtbrief.
Transport en overdrachtbrief wegens den
eygendom vande windcoornmolen met
alle den gevolge ende aankleven vandien,
mitsgaders het huys hofstede en boom-
gaartje met alle op- en dependentien
staande en gelegen in Zantdyck buytten in
Koopmanskinderen Weerdeelblockfo. 74
ten behoeven van S. ex. den h. prince van
Orange gedaan ende gepasseert voor keur-
schepenen vande landsvierschaare binnen
Ter Veere.
In dateri Decern. 1675.
Wij, Johan Beer, Daniel Thyssen ende Johan
nes Louwersen keurschepenen vande lantsvier-
schare geordonneert binnen der stede Vere dat
huyden voor ons gecompareert syn in hunne
propere personenjuffr. Catherina Bale weduwe
ende boedelhoutster mitsgaders de heeren Pie
ter de Nees ende Johannes Rijcx in qualiteyt als
executeurs inden boedel ende vooghden vande
minderjarige kinderen van wijlen dhr. Thomas
de Leersnijder welcke comparanten in hunne
voors. respective qualiteyten ende uijt crachte
van acte van authorisatie van d'heeren scouth
en weesmeesters vande boven slantsvierschare
in dato XXIX Juny lestleden hebben gecideert,
getransporteert op en overgedragen, soo sy
doen bij desen in rechten vrijen volcomen ende
absoluiten eygendomme aen ende ten behoeve
van syne doorluchtige Hoogheyt den Heere
Prince van Oragnien sekeren windt coren mo
len met alle den gevolge ende toebehooren van
dien mitsgaders het huys hofstede en boomgaer-
tje met alle appendentien en dependentien
vandien gestaen ende gelegen in Zandyck bui
ten in Coopmanskinderen weerdeel blocq folio
74 tusschen dese vier gemercken oost sheeren
wech zuijt d'heer Cornelis Kien west ende noort
d'heer Pieter Boreel; Ende dit alles voor sekere
somme van penningen daeraf de comparanten
in bovens. qualiteyt bekenden geheel vernought
ende ten vollen afbetaelt te wesen den eersten
penninck met den lesten gelovende sy compa
ranten op het verbant van alle de effecten des
voors. boedels den voors. heer Prince van Orag
nien als cooper syne doorluchtige erven ende
nacomelingen altijt recht guarrant te sullen sijn
t' allen rechten vande bovens. wint coren molen,
huijsinge, hofstede boomgaerdeken met alle de
gevolgen en toebehoorens van dien wegens alle
commeren ende lasten waermede deszelve voor
dato deses mochten wesen beswaert; des toir-
conden hebben wij keurschepenen voornoemt
onse segelen hieraen gehangen ende deselve bij
onsen secretaris laten onderteyckenen opden
eenentwintichsten december XVI c vijfentseven-
tich.
Lang plezier heeft de prins van Oranje niet
gehad van de molen, want op 8 december 1703
waait hij om, waarvan Francois Nebbens, als
rentmeester der domeinen het volgende verslag
gemaakt heeft:
'De Zanddijkse molen zou opnieuw zijn ver
pacht indien het den hemel niet en hadde
behaagt ons te verleenen en toe te schikken op
den agsten december XVII c drij een extraordi-
15