EEN GRAFSTEEN TE RITTHEM onderzoeksterrein ligt hier nog vrijwel braak; stinkend, maar daarom niet minder intrigerend! A.P. de Klerk Gelet op de context van deze bijdrage is afgezien van bronvermelding. De gegevens zijn voor een groot deel ontleend aan de (gedrukte) "Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg", aan het oud-archief van het Waterschap Wal cheren, aan het archief van de Zeeuwse Reken kamer, en aan het gemeentearchief Veere. Bij een wandeling over de begraafplaats bij de Nederlands Hervormde kerk te Ritthem werd mijn aandacht getrokken door een grafsteen met het opschrift: De Weled. Gestr. Heer Hendrikus Eli Jacobus Schuurman, Adelborst le klas, geboren te Utrecht, den 27 Maart 1825, overleden ter Reede van Vlis- singen, den 2 July 1846. Nieuwsgierig geworden naar de oorzaak van dit overlijden en de begrafenis op een plek, die zeker in die tijdtot een uithoek van ons land gerekend mocht worden, ben ik mij in de persoon van H.E.J. Schuurman gaan verdie pen. Wie was de bewuste Hendrikus Eli Jaco bus Schuurman en wat is er met hem gebeurd? Laten we eens een duik nemen in de familiege schiedenis. Hendrikus Eli J. (we noemen hem gemakshalve voortaan Hendrikus) werd op 27 maart 1825 te Utrecht geboren als zoon van David Boele Schuurman en Heijltje Stroek. Zijn vader was koopman en niet onbemiddeld. Men woonde aan de Oudegracht en beschikte o.a. over 3 bedienden. Verder behoorde David Boele Schuurman tot de hoogst aangeslagenen in de belasting en nam hij in 1813 deel aan de "verkiezing van nieuwe leden voor de Regtbank van Koophandel te Utrecht". Het gezin behoorde tot de Lutherse kerk, de jonge Hendrikus werd op 1 mei 1825 in de niet ver van de ouderlijke woning gelegen Lutherse kerk aan de Hamburgerstraat gedoopt door Ds. Zimmerman en doet 19 jaar later op 4 april 1844bij dezelfde predikant "belijdenis des geloofs". Over zijn schoolopleiding te Utrecht is niets bekend. Uit het Stamboek van Marine-Offi cieren vernemen wij, dat hij op 1 oktober 1840 (hij was toen 15 jaar) werd geplaatst als Adel borst op het Koninklijk Instituut voor de Marine, toen gevestigd te Medemblik. Dit instituut was in 1828 opgericht om te komen tot een betere opleiding van marine-officieren. Om toegelaten te worden moest men "zoon zijn van een ingezetene des Koningrijks of van 's Rijks overzeesche bezittingen, niet jonger dan 13 en niet ouder dan 18 jaar". Het schoolgeld bedroeg f 350,per jaar, waar een zakgeld van één gulden per week tegenover stond. Verder moest een komplete uitrusting worden meegebracht, die gedurende het verblijf op het instituut op peil gehouden moest wor den. Het zal duidelijk zijn, dat de ouders over de nodige contanten moesten beschikken om hun zoon deze opleiding te kunnen laten volgen. De studie duurde 4 jaren en men werd onderwezen in de algemene en zeevaartkundige vakken. Het leven aan het instituut was zwaar: de huis regels waren streng; er heersten nogal eens ziekten, o.a. malaria en ook de voeding liet te wensen over. Na het voltooien van zijn studie te Medemblik werd Hendrikus op 1 oktober 1844 benoemd tot Adelborst le klas en geplaatst op het wacht schip "De Schelde" te Hellevoetsluis. Lang verbleef hij daar niet. In het journaal van Zijner Majesteits Lregat Jason, liggende te Nieuwe- diep, treffen we zijn naam aan: 8 april 1845 van verlof terug: Adelborst Schuurman. Op 3 mei 1845 ("5 u 30 ligten anker") zet de Jason koers naar Nederlands Oost-Indië. De reis voert via Vlissingen, het Kanaal, Atlantische Oceaan, Rio de Janeiro, Indische Oceaan naar Batavia. Terug vaart men o.a. via Sint Helena naar Nieuwdiep, waar men op 25 april 1846 binnen loopt. Het journaal van de Jason loopt slechts tot 26 mei 1846, zodat wij ons voor de gebeurte nissen van 2 juli 1846 (de overlijdensdatum) moeten wenden tot andere bronnen. In 1846 maakte Prins Hendrik, zoon van 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1991 | | pagina 11