Qua stijl zou je de "Molen bij Domburg" meer
plaatsen in de periode van de avondlandschap
pen en zou datering 1908 voor de hand liggen;
meestal geeft men er de datum 1909 aan. Het
probleem van de datering van het vroegere werk
van Mondriaan is niet eenvoudig, hij heeft het
zelf veel later gedaan en het klopt daardoor niet
altijd.
Ook schilderde hij niet steeds op dezelfde wijze,
zeker niet in de Domburgse periode toen hij
volop aan het experimenteren was maar ook
opdrachten bepaalden vaak zijn schildertrant.
Dit schilderij heeft hij zeer waarschijnlijk ge
maakt voor zijn vriend A. P. van den Briel. Deze
heeft het lang in bezit gehad en het is pas voor
het eerst tentoongesteld in 1955 (zie catalogus
tent. 1966).
De voorstelling is gehuld in vaag avondlicht, het
is geschilderd in "onnatuurlijke" kleuren waaruit
De rode molen (1911)
Haags Gemeentemuseum
Franse invloeden zijn af te leiden; luminisme.
Een vlakke, gelijkmatige penseelstreek, het over
heersen van blauw en een lichte baan avond
lucht zouden kunnen wijzen op de voorafgaande
periode, vandaar dat de datering 1908 niet
onlogisch lijkt te zijn. Wat de vorm betreft, deze
neigt tot een zekere vereenvouding, wat tendeert
in de richting van "De rode molen".
Dit schilderij ("De rode molen" dus) is geschil
derd in zijn theosofische periode (I9l l) gelijk
tijdig met de triptiek "Evolutie" en ook hier is
sprake van een symbolische inhoud. Jaffé schrijft
hierover: "Deze inhoud valt samen met een visie
op de werkelijkheid waarin de dingen nauwelijks
meer van betekenis zijn, waarin molen en mens
onderling verwisselbaar worden, maar waar het
gaat om de eerste plaats van het individuele
gegeven in het grote geheel. De molen lijkt een
haast menselijk wezen met romp en opgeheven
hoofd. Niet de felle bewogenheid wil hij tot
uitdrukking brengen (zoals bij "Molen in zon
licht") maar de ingetogen berusting, de stille
eenzaamheid van een wezen te midden van het
heelal. Door een uiterste vereenvoudiging van de
kleur (rood - blauw) en de vorm bereikt hij een
monumentaliteit die de molen symbool doet
zijn voor een wereldbeschouwing".
Als je de zaal van het Haags Gemeentemuseum
waar het schilderij hangt, binnen komt, maakt
het een overweldigende indruk, het springt als
het ware naar voren van de muur, het is een
indrukwekkend schilderij wat betreft vorm en
kleur.
Dat dit schilderij van betekenis is geweest in de
ontwikkeling van Mondriaan als schilder, mag
blijken uit het feit dat hij jaren later als hij al
afstand heeft gedaan van de werkelijkheid als
uitgangspunt van zijn schilderen, en dus alleen
maar abstract schildert, hij nog terugkomt op
dit schilderij en de molen.
In "Trialoog" (gedurende een wandeling van
buiten naar de stad) heeft hij het over een
molen, van zeer nabij, scherp en donker tegen
de heldere nachtlucht, en de wieken die stil
staan in de vorm van een kruis, dat er geen
sprake is van een normaal perspectivische af
stand, en dat daardoor de molen grootser lijkt.
Hij vindt zo'n molen heel mooi. Toen hij hem
schilderde, trof hem ook de kruisvorm van de
wieken. Hij noemt de molen en de lucht puur,
vooral het blauw van de lucht tegenover de
donkere molen, het blauw eist als kleur een
20