"Goudvisje. Men heeft er in 1728 zo 't schijnt de eerste maal uit Oost Indien in Engeland leven dig overgebragt, die naderhand aldaar op vij vers gezeten vermeenigvuldigtzijn. D'HeerJob Baster te Zierikzee, plante er anno 1758 twaalv die hij uit Engeland gekregen had in zijn vijvers, alwaar uit 12 andere die hij in 't volgende en 6 die hij in 't jaar 1760 kreeg, zijn vijvers met zulk een veelheid van het tuk deeser visjes werden vervuld, dat hij in weinige jaaren in staat was om aan de liefhebbers in Holland en elders in ruimte te kunnen meededeelen". Kaartenspel. Wanneer Karei de VI, Koning van Vrankrijk, in anno 1392 in een zwaar melanco- lie verviel, heeft men de speelkaarten tot tijdver- drijv des Koning uitgevonden, en wel eerst het zogenaamd Piquet Spel, waar in de Koning zelve onder de Vorst David bekend was. Klaver Vrouw was Maria d'Anjou, vrouw van Karei de VII. Ruite Vrouw was Agnes Sorel. Harte Vrouw was Isabella van Beijeren. Schoppe Vrouw was de Maagd van Orleans. De vier Boeren beteekende den Adel. De namen van Orgiers, Lancelot, Hector en La Hire welke daar bij vermeld, zijn namen van 4 bekende hovelingen. De 2 laaste bijzonder waaren veldoversten van naam. De 3 overige Koningen van het spel zijn Alexander, Caesar, en Charlemagne, om te beteekenen dat een leger altoos door voor- sigtige, dappere, en ervaren generaals moet geleid werden. De Ruiter beteekende de oude lancen, die vierkante punten hadden en vóór de vinding van 't buskruid uit een soort van boog of geschut, L'Arbalête genoemd, geschoten wierden. De Klavers gaven te kennen, dat een generaal nimmer zijn leger dient neer te slaan dan op een plaats waar genoegsaam fourage is te bekomen. De Harten beteekende de dapper heid des veldoversten en soldaten. De Schoppen en Ruiten beteekende de magazijnen die altoos van wapenen wel moeten voorsien zijn". "Lucht Ledige D'Heer Eller heeft vier glasen gevuld met koeij melk, menschen bloed, cham pagne en Bourgogne wijn (vogten welke aan de lugt bloodgesteld in weinige uuren van hoeda nigheid veranderen) 15 jaren en omtrent 8 maanden, zonder dat ze bij na iets verandert waren, in 't lucht ledige bewaard". "Mathadoors van de Regering. Na de dood van den Stadhouder Willem de Tweede, zijn te Mid delburg geweest de Mathadoors van de Rege ring: de Heeren Burgemeesters Apolonius Veth en Christiaan Thibaut2, die zaken in questie over een keukenmeid die bij Veth gewoond had, en van daar na Thibaut was verhuist^krijgende zo hoog rees, dat Veth Thibaut noodzaakt, de stad Middelburg te verlaten, nemende zijn re traite op een landgoed van hem in Staats Vlaan deren. Na eenigen tijd verloop, komt Thibaut op een zondag morgen met een schuit aan de Slijkpoort tot Middelburg, en laat zien of Veth in de Kerk was. En rapport bekomen hebbende, dat Veth in de Nieuwe Kerk zat, zo gaat hij Thibaut na die Kerk en gaat zitten in het Bogt3 bij Veth. De predikatie uit zijnde, neem Thibaut zijn afscheid, gaat naar zijn schuit, en vaart illico4 af na Sluis in Vlaanderen. De Kerk uit zijnde liet Veth Wet en Raad beleggen om Thibaut te apprehendeeren5. Terstond wierd Middelburg doorzogt, maar ziet, hij was alleen tot Sluis te vinden. Dien avond had Veth eenige Heeren aan zijn huis. En gram van woede zijnde, ligt hij zijn arm op, slaat met zijn vuist op de tafel, waar door hij zijn hand dermaten aan een glas queste, dat men bevond dat de polsader afgesneden was, dat zig niet liet stoppen, waar door het reeds op den derden dag na die wonde kwam te overlijden. Veth uit de weg zijnde, komt Thi baut tot Middelburg, komt in de regering, en herkrijgt een vol credit. Neemt voor de Ooster- sche Kerk te laaten bouwen, waar meede hij een aanvang doet neemen, ten jaare 1654 met de fondamenten6. Dog anno 1657 mankeerde es geld om te konnen voortgaan. Doen waaren de muuren slegts gevordert tot aan de splintstee- nen hoogte boven de grond, waarom de mura- gie wierd overdekt met een houte kap. En het werk bleev omtrent tien jaren steeken. Toen begon men wederom aan het bouwen. En als de Kerk klaar was, zo zat de stad belast met agt en vijftig duisend ponden Vlaams: zó ver had Thi baut de Stad Middelburg toen gebragt. Edoghij hadde den boel gaande gehouden tot zijn dood (met ball-point later ingevuld: 1667). Thibaut overleden zijnde, lag den boel in duigen. De Leenbank geraakte banqueroet. Daar waren sommige obligatien op genegotieerd7, waar van capitaal nog intrest te bekomen was, zij waaren tot geen prijsen aan de man te helpen, lopende van£ 100.tot£30a25. En de Wisselbank had hij zodanig beroovt, dat dezelve dispireerde1* weder in staat te konnen geraken. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1992 | | pagina 6