1 Enigszins bijgewerkte tekst van een lezing voor de Heemkundige Kring Walcheren, gehouden te Koude- kerke op 23 september 1992 (in "Zeeland Cultuur- maand", in de "Week van het Landschap"). 2 Veedrinkputten, (uitgegeven door het) Provinciaal be stuur van Zeeland, z.p. 1987. 3 Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Ed. L. Ph. C. van den Bergh, 11. Amsterdam, 's-Gravenhage 1873, nr. 526. 4 J.J. Sinke, J.C. van de Zande en S. Parma, Veedrink plaatsen op Walcheren. In: Zeeuws Nieuws. Natuur, landschap en milieu, jg. 4 (1978), p. 37. 5 Zie o.a.: F. Beekman. Over bos "genaempt elsenmeet". De elzenhakhoutbosjes van de Schouwse Westhoek. In: Zeeuws Nieuws. Natuur, landschap en milieu, jg. 7 (1981), pp. 38-40. 6 H. van der Linden. Recht en territoir. Een rechtshis- torisch-sociografische verkenning. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in het oud-vaderlands recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op vrijdag 18 februari 1972. Assen 1972, p. 31. 7 A.P. de Klerk, De bordjes verhangen?! In: Zeeuws Landschap, jg. 5 (1989) nr. 3. p. 15. s M. Gargon, Walchersche Arkadia, II. Middelburg 1746 (2e druk), p. 253. 9 De meeste gegevens voor de drie voorgaande alinea's ontleend aan: A.P. de Klerk, Walcheren: een beeld van een landschap. Historisch-geografische bijdragen tot het onderzoek van landschap en landschapsbeeld. In: Geplaatst in de tijd. Liber amieorum M.W. Heslinga. Red. A.O. Kouwenhoven e.a. (Bijdragen tot de sociale geografie en planologie, nr. 9). Amsterdam 1984, pp. 471-495. Voorts: A.P. de Klerk, Een tuin in het water. Over resultaat en toepassing van historisch-geografisch onderzoek op Walcheren. In: Archeologie en land schap. Bijdragen aan het gelijknamige symposium gehouden op 19 en 20 oktober 1987, ter gelegenheid van het afscheid van H.T. Waterbolk. Red. M. Bierma e.a. Groningen 1988, pp. 165-184. 10 H. Warren, Schrijven in Zeeland. In: A. van Dis en T. Hermans, Het land der letteren. Nederland door schrij vers en dichters in kaart gebracht. Amsterdam 1982, p. 322. G. Rothuizen, De oude man van Hoy. Figuren en landschappen. Kampen z.j., p. 14. 11 J. Huiz.inga, Naar aanleiding van Coenders' kaart van Groningen en Ommelanden. In: Groningsche Volksal manak voor het jaar 1912 (1911), p. 211. 12 Neerlandicus, Mooi-Walcheren Zeelands tuin. Dord recht z.j., pp. 38-39. 13 Idem, p. 36. 14 B. von Brucken Fock, Behoud en bevordering van natuur-en stadsschoon. In: Buiten, jg. 7 (1913), p. 156. 15 Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse taal, I. 's-Gravenhage 1970 (9e druk), p. 767. 16 Zoals een door G.A. de Kok geschreven boekje heet: Sporen in de slik. Opstellen over Zeeland. Middelburg 1973. 17 P.J. van der Feen, Onderontwikkeld Zeeland. In: Zeeuws Tijdschrift, jg. 18 (1974), p. 48. ls R. van de Waal, Het Hollandse landschapen het ruimte lijke beleid. In: Holland, jg. 10 (1978), pp. 190-191. 19 H.T. Waterbolk, Archeologie en landschap. Zevende Kroonvoordracht. Haarlem 1984, pp. 7 en 5. 20 J.C. van Schagen, Étude sentimentale. In: Ik doe niet meer mee. Baarn 1986, p. 176. 21 A.H. Nijhoff, De dagen spreken. 's-Gravenhage 1946, p. 98. 22 J. Huizinga, Geschonden Wereld. In: Verzamelde wer ken VII. Haarlem 1950, p. 547. 23 G. Th. Rothuizen, De adem van de cultuur; ethiek en landschap (Kamper cahiers nr. 9). Kampen z.j., p. 2. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 13