'k eleze
Jan Vader houdt het op een slet. Het tegen
overgestelde van „een onzuvere slutte" is „een
zuvere meid".
„Die meid leeft van een dubbele 'uure".
Het was gebruikelijk dat een meisje zich ver
huurde als dienstbode op een hofstee of in de
stad. Minder gebruikelijk was het, als ze daar
naast een bijverdienste had als publieke vrouw.
Ze leefde dan van een dubbele huur.
„Moejie mee een kaeljakker 't jok andoe. Ter-
wiel je 'ier aolles in de vulte 'eit
Volgens het „Woordenboek der Zeeuwse Dia
lecten" is een „kaeljakker" een praatjesmaker.
Ik denk dat we hier aan een armoedzaaier moe
ten denken, omdat „in de vulte" „in overvloed"
betekent. „Een ('alsjjok" is een onderdeel van
het paardetuig. Paarden die aan weerszijden
van de draaiboom liepen, werden van voren aan
elkaar verbonden door een ijzeren ketting.
In het midden van deze ketting bevond zich een
grote ring, die over het uiteinde van de draai
boom geschoven werd. Deze ketting werd ,,'t
('alsjjok genoemd.
Figuurlijk werd met ,,'t jok" het aan elkaar
verbonden zijn (het huwelijk) bedoeld.
„Trouwt 'n Koba van 'Eine. Da's ook a een
'alj'sleetje, doe 't nie?".
Met „een 'alfsleetje" wordt een halfversleten
leven bedoeld. Dus iemand van middelbare
leeftijd. „Doe 't nie?" betekent „Is 't niet?".
'Ie is di deur d'achterdeure ni binnen gelien-
kerd.
Dit werd gezegd van een jongen die bij zijn
schoonouders eigenlijk niet welkom was.
„Lienkere" is sluipen.
Weune die twi nog op „Zoetendaole'7"
Met „die twi" wordt een pas getrouwd paar
bedoeld. „Zoetendaole" heeft de betekenis van
een oord, waar het allemaal „pais en vree" is.
Op zijn Hollands gezegd: „Zijn voor die twee de
wittebroodsweken al voorbij?".
Kraeke de nieuwbakken kosjes nog?"
Deze uitdrukking heeft dezelfde betekenis als de
vorige. Letterlijk wil de vragensteller weten of
de korstjes van het verse wittebrood nog knap
perig zijn.
Geraadpleegde boeken:
J. Vader,'De Wagenmakerij op Walcheren", Arnhem 1961.
Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. 1974.
F. van den Driest
Onlangs verscheen al weer het negende deeltje
in de serie Zeeuwse Katernen. Deze naar mijn
smaak nog te weinig bekende reeks, die in 1988
met een boekje over de Middelburgse Tekena
cademie startte, bevat kunsthistorische mono
grafieën m.b.t. Zeeuwse onderwerpen.
De Zeeuwse Katernen waren een initiatief van
wijlen Jan van Leeuwen. Aanvankelijk werden
ze door het Zeeuws Kunstenaarscentrum uitge
geven en na het ter ziele gaan van die instelling
door de Stichting Zeeuwse Katernen. De boek
jes zijn via de boekhandel verkrijgbaar. Meestal
begeleiden ze een tentoonstelling. Na de publi-
katie over de Tekenacademie verschenen de
afgelopen jaren o.m. boekjes over nieuwe bouw
kunst in Zeeland, de architect Arend Rothuizen
14