UWi De Wijngaardstraat te Middelburg, een over wegend onbekende straat, maar alleszins de moeite waard om wat langer bij stil te staan. Zoals de tekening laat zien is deze aan één zijde bebouwd. Er is een gevelrij ontstaan met een variatie aan gebouwen zoals woningen, restau rant, winkel en pakhuis. Aan de andere zijde wordt het straatje begrensd door een muurtje en een klein gedeelte bebou wing: de zijkant van het voormalige Bodenhuis en het Simpelhuis-komplex. Vanuit dit straatje heeft men een prachtig uit zicht op de achterzijde van het Stadhuis en de Lange Jan. De naam van de straat is al eeuwen oud, maar als hij niet officieel geregistreerd zou staan, zou anno 1993 de naam snel vergeten worden. Diverse Middelburgers, jong en oud, die te teke ning zagen, moesten tamelijk lang nadenken waar dit straatje was. En steevast kreeg ik de reaktie "bij het Bodenplein". En dit terwijl het Bodenplein historisch gezien erg jong is en ove rigens ook al niet meer als zodanig in gebruik. Het is een plein waar tegen betaling kan worden geparkeerd. Het Bodenplein is pas aangelegd tijdens de wederopbouw van Middelburg na het bombar dement en de daaropvolgende brand in mei 1940. De architecten die deze wederopbouw vorm gaven projekteerden een uitvalsweg van het centrum naar het noorden van Walcheren. Deze verbinding moest uitkomen achter het te restaureren Stadhuis en via de Bachtenstene nog verder tot aan de Abdij. De grote onbebouwde ruimte langs deze nieuwe verbinding werd bestemd voor Bodenplein of busstation. Zoals bekend werd het busstation later gesitueerd op het eveneens nieuw aange legde Plein 1940 omdat van hieruit een snelle verbinding met Vlissingen tot stand kon worden gebracht. Een en ander impliceert dat de omgeving er vóór 1940 heel wat anders uitgezien moet hebben dan nu het geval is. Dat is slechts gedeel telijk de waarheid. Immers; er is veel veranderd, maar er is ook veel gebleven en de Wijngaard straat was een achteraf-straatje en dat is het in feite nog steeds. Volgens dr. W.S. Unger in "Monumenten van 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 20