REALISERING HISTORISCHE MAQUETTE VEERE ANNO 1813 fort Rammekens. De kerktoren (of wat daar van over was) werd in de 19e eeuw afgebroken. Het gebied van de parochie werd na de Refor matie bij Zoutelande gevoegd. De uiteindelijk door het gemeentebestuur vast gestelde tekst (die op een aantal punten afwijkt van het bovenstaande) kunt u het beste zelf eens, op een tocht door de gemeente Valkenisse, gaan bekijken. Op het moment dat ik dit schrijf (5 december 1992) ligt het in de bedoeling de borden half januari min of meer officieel te onthullen, maar is daarvoor nog geen precieze datum bepaald. Het wachten is vervolgens natuurlijk op borden in de andere Walcherse gemeenten. Wie volgt het goede voorbeeld van Mariekerke en Valke nisse? Tenslotte nog dit. Ik erken dat het gezicht van ons eiland op een aantal plaatsen aan schoon heid zou winnen door de wildgroei aan borden terug te dringen. Dan doel ik vooral op het woud aan verkeersborden en op de kakofonie aan reclameborden die plaatselijk de aandacht opeisen. Maar ik ben van mening dat de hier bepleite plaatsnaamborden een ander, toch wat "hoger" doel dienen. Een plaatsnaambord "staat" voor iets, het vervult een functie. Een bord draagt onder de bewoners van de desbetref fende gehuchten bij tot het besef van de eigen identiteit, omdat het de anonimiteit opheft. Een bord bevordert ook het historisch-culturele besef van zowel de bewoners als de bezoekers van de gehuchten in kwestie. En het markeert in het vlakke Walcherse landschap dat de passant een kern met een zekere geschiedenis nadert en vervolgens weer achter zich laat, een kern die ook qua vorm en bebouwing anders is dan het omringende platteland. Ongetwijfeld maakt het veel niet-ingezetenen nieuwsgierig. En is nieuws gierigheid niet het begin van heemkunde? A.P. de Klerk, De kogel door de kern. De rol van het kerkgebouw en de besluitvorming daarover bij de ontwikkeling tot gereduceerde nederzettingen in Zee land gedurende het einde van de lóeen het begin van de 17e eeuw. In: Historische geografie in meervoud. His- torisch-geografische opstellen aangeboden aan prof. dr. M.W. Heslinga ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de sociale geografie, in het bijzonder de historische geografie en de geschiedenis der geografische wetenschappen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Red. A.P. de Klerk e.a. Utrecht 1984, pp. 42-66. Ook verschenen in Historisch jaarboek voor Zuid-en Noord-Beveland 13 (1987), pp. 85-110. 2) J.P. Groot. Het kleine dorp. Overlevingskansen van en perspectieven voor dorpen en buurtschappen in Neder land. Baarn 1974, p. 27. 3) A.P. de Klerk, Het kleine geëerd. Over Hoogelande en andere (zeer) kleine kernen in Zeeland. In: Zeeuws Tijd schrift jg. 39 (1989), p. 142. 4) PZC 1 juni 1990. Sinds 1988 is in het Veerse gemeentearchief een tiental vrijwilligers werkzaam, dat onderzoek doet naar de bouw- en bewoningsgeschiedenis van Veere. Het onderzoek is in een zodanig stadium, dat met de beschikbare gegevens een betrouwbare historische plattegrond van Veere gemaakt kan worden. Om de resultaten van dit huizenprojekt op een aantrekkelijke manier aanschouwelijk te maken, werd door leden van deze groep en de gemeente archivaris geopperd om van de situatie omstreeks 1813 een schaalmodel te maken. Onderzoek leerde dat van diverse steden histo rische maquettes bestaan. Voorbeelden hiervan zijn o.a. 's-Hertogenbosch, Maastricht, Geer- truidenberg en Bergen op Zoom. Bij twee maquettes kon men gebruik maken van de in 1672 en 1747 door Franse militaire model bouwers geconstrueerde modellen. Deze worden bewaard op de zolder van de Döme des Inva lides te Parijs. Voor de Bossche maquette b.v., is gebruik gemaakt van historisch onderzoek door een bouwhistorica. Het streven is een maquette te realiseren naar het Bossche model. De uitgangspunten voor de 31

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 33