EEN PAAR DAGEN OP WALCHEREN De heer I de Buck te Leerdam zond ons onderstaand artikel. Het is een verhaal dat in 1907 is gepubliceerd in het blad "De Levende Natuur". Het bevat een beschrijving van wat een uitheemse, een in 1891 te Oostkapelle ge boren, 16-jarige gymnasiumleerling op een va kantietochtje op Walcheren aan vooral flora tegenkwam in het duingebied bij "De Nolle" en "De Manteling". Zoals de enkele vakantieganger van toen van Walcheren kon genieten, zo kunnen in deze tijd velen dat nog steeds. Wat is die vacantie toch heerlijk, vooral als men familie heeft in een mooie streek van 't laiid waar men kan logeeren. Zoo had ik dit jaar 't voorrecht op Walcheren mijn vacantie door te brengen, dat ik door eenige wandelingen nog beter leerde kennen. We maakten toen o.a. van Vlissingen uit een wandeling over den dijk naar de duinen bij Zwanenburg een gehucht vlak aan de duinen, dat uit enkele boerenhofsteden bestaat, die deels onder Vlissingen, deels onder Koudekerke behooren. We troffen 't. Het was juist vloed en de groote, schinmende golven beukten de dijk verschrikkelijk. Een prachtig gezicht was het wanneer een reusachtige golf tegen de palen en bazaltblokken der zeewering uiteenspatte, zoo- dat de druppels ons in 't gezicht vlogen. Aan de landkant van de dijk stond een massa Bereklauw (Heracleum Sphondyliumin bloei. Hooge, forsche planten waren het met groote, breede schermen van helderwitte bloempjes. Ook stonden er eenige tusschen met rose scher men. Moegestormd en nat kwamen we einde lijk bij de duinen aan en zoo spoedig mogelijk verlieten we nu de kruin van de dijk en vlijden we ons neer tegen de prachtig begroeide duin helling. Het geheele didn was bedekt met Wal- stroo Galiu m Veru m) dat de helling geheel geel kleurde met z'n aardige bloempjes, die de lucht met hun zoete geur vervulden. Daar tusschen prijkte hetSchermdragendHavikskruid (Hiera- cium umbellatummet schermen van goudgele bloemphoofdjes terwijl de blauwe bloeiwijzen van Jasione montana tusschen al dit geel een aardige afwisseling vormden. Daar doorheen slingerde zich overal de Akkerwinde Convol vulus arvensis). Op de roodachtige of witte bloemkroon waren overal de 5 roode streepen duidelijk zichtbaar. Bij de Duinwinde (Convol vulus SoldaneUa), die z'n slingers hier ook al met groote, rozeroode klokken had getooid, waren die strepen wit. Ook tiert hier het Stal- kruid (Ononis repens) welig-, bijna overal ver- toonen zich de aardige, roode bloempjes. Toen we e^n beetje bekomen waren gingen we verder. Op de vlakke duintop vonden we het Hazepootje (Trifolium arvense) waarvan de kleine, witte bloempjes bijna geheel verborgen zijn onder de bruine, vedervormige haartjes van de kelk zoodat op het eerste gezicht het bloeiende hoofdje wel een wollig bruin bolletje lijkt. Hier en daar steken daar de pluimen van de Kleine Ruit (Thalictrum minus dunense) bovenuit. Een vreemde Ranunculacee toch die Ruit. De kroonbladen ontbreken geheel en de meeldraden met de groote, gele helmknoppen hangen, net als bij de grassen, ver uit de kleine, groene kelk. Toen we nog eens even aan 't strand gingen kijken vonden we daar de Zeeraket (Cakile maritima), waarvan sommige planten met paarse, andere met witte bloemen prijken, Loog- kridd (Salsola Kali) met scherpe stekelpunten aan de bladeren en het lijk van een zeehond dat zulk een onaangename geur verspreidde, dat we maar vlug weer de duinen opklauterden. Hier zagen we een paar planten bloeiend Kaas jeskruid (Malva Sylvestris) en Wondkruid (An- thyllis Vulnerariamet prachtige, gele bloem- hoofdjes, hier en daar ook een Zeekruisdistel (Eryngium maritimum), een schermbloemige zonder schennen. We hielden deze plant dan ook eerst voor een composiet. Hij lijkt met z'n kogelronde bloemhoofdjes ook zoo bedriegelijk veel op een distel; maar toen we hem uit elkaar haalden, merkten we dat de blauwe bloemkroon uit 5 losse blaadjes bestaat. Het kon dus geen distel zijn.Jammer genoeg belet dit hem niet, fel te steken. Voor 't overige is het echter met de grijsblauwe bladeren en stengels een mooie plant in een droog bouquet. Op beschutte plekjes bloeiden viooltjes. Ook von den we hier veel Zoutbloem (Ammadenia pe ploides een aardig plantje met vleezige blaad- 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 10