Woensdag 27 oktober 1993 "KUNSTENAARS IN DOMBURG" Domburg was begin deze eeuw niet alleen een gerenomeerde badplaats, maar ook een bekend kunstenaarscentrum. Over de kunstenaars, die in die periode in Domburg verbleven en o.a. ook deelnamen aan de exposities in het houten tentoonsteilingsge- bouwtje, zal mevrouw Jacqueline van Paaschen, kunsthistorica, een lezing houden. Plaats: Hotel Walcheren, Koudekerke. Aanvang: 20.00 uur. Kijk op dorpen in Zeeland Zeeland is een provincie waar nog steeds veel mensen, met veel genoegen in dorpen wonen. De ruim honderd dorpen zijn bovendien in grote mate bepalend voor het typische karakter van het Zeeuwse platteland. Over dorpen en het leven in de dorpen bieden de Zeeuwse musea in de Zeeland Cultuurmaand volop informatie. Dorpen zijn als samenlevingsvorm diep in het verleden geworteld. De eerste dorpssamenstel ling in Zeeland ontstonden in de negende en tiende eeuw. In de vijftiende en zestiende eeuw kwamen de meeste van de huidige dorpen in ontwikkeling. Over hoe de dorpen er toen uitzagen is niet zo veel bekend. De "gewone" bebouwing was over het algemeen weinig spec taculair. De meeste dorpelingen woonden in huizen met houten of lemen wanden en een rieten dak. De "verstening" van de woonhuizen voltrok zich geleidelijk en was pas in de acht tiende, en hier en daar zelfs pas in de negen tiende eeuw voltooid. Voor het traditionele dorp zijn de kerk, het kerkhof, het kasteel en de vate bepalende elementen. Zonder een kerk is een dorp eigenlijk niet meer dan een gehucht. Behalve plaats van religieuze eredienst, van doop, huwelijk en rouw, is de kerk ook een ontmoetingspunt, een toevluchtsoord en een baken voor de reiziger. Het kerkhof -hof bij een kerk- is duidelijk afgescheiden van de directe omgeving. Vroeger diende het als dodenakker. Op de gewijde grond gold het asielrecht: mis dadigers zochten er hun toevlucht om uit de greep van wetsdienaars te blijven. Heuvelburch ten en "echte" kastelen lagen tussen 900 en 1500 in de onmiddellijke omgeving van de dorpen. De centraal gelegen vate vervulde een belang rijke rol bij de drinkwatervoorziening van mens en dier. Dorpen worden op verschillende manieren on derscheiden. Bijvoorbeeld naar ligging, ouder dom, inwonertal of naar plattegrond. Het ring- dorp is de bekendste dorpsplattegrond van Zeeland. De ring wordt gevormd door een straat, die het daarbinnen gelegen kerkhof met kerk omsluit. Een van de meest gave ringdorpen is Dreischor, dat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Voorstraatdorpen vertonen een zeer eenvoudige plattegrond. Centraal staat een straat, meestal loodrecht op een dijk, met aan weerszijden gesloten bebouwing. Kortgene is zo'n voorstraatdorp. Een wegdorp ontstond bij de kruising van polder- en/ of waterwegen. Vaak is er sprake van een plein in het centrum, zoals in Schoondijke. Kenmerkend voorde ont wikkeling van de dijkdorpen is de zeer opeen gedrongen nederzetting. In de berm van de dijk was weinig ruimte, zodat de kerk vaak onder aan de dijk werd gebouwd. Een goed voorbeeld van een dijkdorp is Sirjansland. Vestingdorpen tenslotte danken hun ontstaan aan een verster king. Vestingdorpen zijner vooral in Zeeuwsch- Vlaanderen, bijvoorbeeld Philippine. "Kijk op dorpen in Zeeland" is de overkoepe lende naam van verschillende tentoonstellingen en activiteiten, die in de Cultuurmaand verspreid over heel Zeeland plaatsvinden. Tentoonstellingen De tentoonstellingen zijn te bezoeken in de periode 25 september tot en met 24 oktober. "Kijk op dorpen in Walcheren" Zeeuws Biologisch Museum Duinvlietweg 6, Oostkapelle (01188-2620). En verder Gedurende de Zeeland Cultuurmaand vinden naar aanleiding van het thema diverse activi teiten plaats. Drie workshops over dorpen in Zeeland In aansluiting op het tentoonstellingsproject "Kijk op dorpen in Zeeland" van het Bureau provinciaal museumconsulent en de Vereniging van Zeeuwse musea in de Cultuurmaand van dit jaar, organiseert de Stichting Educatief Toe risme Zeeland Oranjezon een drietal workshops. De workshops staan onder leiding van de his- torisch-geograaf drs. A.P. de Klerk. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 34