Dan ziet hij rond en zoekt den broeder, Wiens vlot penseel des Heeren Moeder Zoo schoon en in zoo kort bestek Bestond te schildren. 't Hol vertrek Was ledig. Niemand wist waarhenen De gast vertrok. Hij was verdwenen. Men gist en vraagde iedereen. En speurde en vorschte alomme; geen Die naricht gaf, of kon bevroeden. En 's meesters levendig vermoeden, Als hadde een engel 't heerlijk beeld Doen worden, werd door elk gedeeld. Dan toog hij licht van voet en blijde Tot wie de opdracht hem verleide, En schonk hem 't beeld, doch wees het geld, Hem ter belooning toegeteld, Terug. "Wat ik mijn gast bereidde, Onthaal en onderdak, zijn beide Om niet - naar Christenplicht - geböon Daarvoor aanvaardt mijn hand geen loon Wat hij, ten dank, mij deed verwerven, Dat moog' het arme kerkje erven! Doch voeg bij dit juweel der kunst De gulden blijken Uwer gunst!" Aldus geschiedde. Sedert praalde Het beeld ten witten wand en straalde Maria's Liefde eindloos teer Op Vrouwenpolders vromen neer. De faam verbeidde snel de mare Van 't onverklaarde en wonderbare Naar allen kant, en menigeen Begaf er zich te beevaart heen In 't beste kleed, door den gebede Herwinnend zijner ziele vrede. J. Vreeken Oct. 1926 Gepubliceerd in de Middelburgsche Courant van 9 januari 1932. VROUWENPOLDER Landelijker kan het haast niet. Een kronkelend wegje, stokoude huizen, een eeuwenoud kerkje en een vrouw en kinderen in de mooie Walcherse klederdracht. Dit schilderachtig tafereel is dan de Dorpsdijk, omstreeks 1913. Mie Duvekot-Coppoolse, getooid met krullen, geslepen gouden spelden en strikken, maakt een buurpraatje met Ka Verhage en Dina Tatenhove. Achter het drietal zien we de schuur van Piet Geerse en daarnaast de woningen van Jaap Moens en Kees de Bruyne. Aan de rechterzijde van het huis van Pauw Vendevieiie en de schuur van Louw Louwerse. Van deze gehele omgeving vinden wij thans niets meer terug. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 37