kF o LAAT HET DE WETE WETEN NA 86 JAAR Zou De Wete hierop wat weten? Van mevrouw Van Loo-Ditmar uit 's-Graven- hage kwam ons het volgende schrijven toe. Al jaren lees ik "De Wete" met veel plezier. In veel verhalen herken ik allerlei uit de heerlijke jaren die ik op Walcheren doorbracht. Nu wij mijn man en ikouder worden, brengen we steeds minder een bezoek aan Zee land. Maar kort geleden moesten we in Arne- muiden zijn en zo hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele monumenten te bezoeken. Eerst het monument dat kortgeleden in Colijns- plaat is geplaatst en bij Arnemuiden wilden we naar de monumenten op de Sloedam. Hoeveel moeite we moesten doen om dat te vinden! De monumenten liggen niet aan de hoofdweg en dat was de moeilijkheid. Vragen aan voorbijgangers hielp weinig. Nergens, maar dan ook nergens stond een bord met een richtingaanwijzer. De vlag zal aan de nieuwe stok wapperen, maar wie zal begrijpen waarvoor? Een kleine parkeerplaats met een plank over de greppel zou gemakkelijk zijn. Nu rijdt men er voorbij zonder iets te kunnen zien. Zou De Wete hierop wat weten? Bij voorbaat mijn dank. Redaktie De Wete een graag geziene gast in huis met ieder-e keer weer een aantal interessante artike len. Zo ook weer het nummer van juli 1993. In die uitgave werd mijn aandacht getrokken door het verhaal "Een paar dagen op Walcheren", ingezonden door de heer E de Buck te Leerdam. Al lezende bekroop mij de gedachte één der daarin beschreven wandelingen uit 1907 nu -anno 1993- eens te herhalen. I k koos daartoe de wandeling van Domburg via de Manteling, Grijpskerke en Hoogelande naar Koudekerke. Allereerst een opmerking vooraf: ik bezie de zaken niet met de ogen van een 16-jarige gym nasiast, maar met die van een 62-jarige Vutter. Terwijl de wandeling uit 1907 veel nadruk legt op de flora, heb ik ook nog op andere zaken gelet. Dan de voorbereiding: aan de hand van in het Rijksarchief te Den Haag aanwezige topogra fische kaarten heb ik geprobeerd de door de Buck gevolgde route te reconstrueren. Daarin ben ik echter niet geheel geslaagd. Er is door inundatie en herverkaveling op Walcheren nog al wat veranderd. Bovendien gebruikt de schrij ver algemene bewoordingen zoals "weggetje, landweg, straatweg" enz., zonder verdere naams- aanduiding. Een en ander heeft mij er echter niet van weerhouden op pad te gaan en het door de Buck afgelegde traject in grote lijnen na te lopen. Mag ik U na deze inleiding uitnodigen mij te volgen. In Domburg begon ik mijn wandeling bij het VVV aan de Schuitvlotstraat en liep richting 't Groentje, waar ik even stilstond bij het stand beeld van Dr. Mezger (1838-1909), de man die de aanzet gaf tot de ontwikkeling van Domburg als badplaats. Vervolgens de Badstraat in; op de plek waar vroeger het fraaie Badhotel stond, 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 12