en heeft drie groote- en een klein kraaiennest in
zijn masten.
Dat Veere's stadhuistoren weer zoo spoedig
voorzien is van zijn kunstigen windwijzer is aan
een goede leiding te danken
Na deze duidelijke uiteenzetting dien ik hierbij
nog te vermelden,dat de wimpel met het jaartal
en de inscriptie 'Rep 1933' in 1966 vervangen is
door een wimpel met de daarop voorkomende
tekst 'Rep 1966', die nu nog steeds de windwij
zer siert. De inscriptie op het vlaggetje aan de
boegspriet moet trouwens zijn B.M.
Al in 1933 was men onzeker of het tuigage van
het schip goed was gerestaureerd en toen men in
1966 het schip opnieuw van de toren heeft
gehaald, heeft men het opnieuw getuigd.
In het blad Heemschut jrg. 44 nr. 2 schrijft Ben
van den Velden hierover het volgende: "Enige
tijd geleden hebben de koperslagers de wind
vaan van het stadhuis te Veere naar beneden
gehaald. Het oorlogsschip, dat als herinnering
aan de glorie van het vroegere handelsstadje op
de stadhuistoren stond, was zwaar beschadigd.
"Zoals zovele andere, zat ook deze windvaan
vol kogelgaten", vertelt de heer Vinke glim
lachend. "De mensen hebben er kennelijk lol in
de windvaan op de toren te beschieten".
De Veerse windhaan was zo zwaar beschadigd,
dat de koperslagers diep in de geschiedenis
moesten duiken om erachter te komen wat de
originele vorm van de windvaan was. In een
oude beschrijving van de bouw van het Veerse
stadhuis lazen zij dat de windvaan uit 1597
stamt. Ook ontdekten zij dat het schip bij de
laatste restauratie in 1933 verkeerd getuigd was.
Hoe het schip dan wel getuigd moest zijn
konden den koperslagers nergens vinden.
Er moest een oude zeekapitein aan te pas
komen om de landrotten uit de brand te helpen.
Hij gaf de mannen van de firma Jobse een lesje
in de tuigage van oude zeilschepen. De oude
zeerob vertelde de koperslagers dat de Veerse
oorlogsbodem "vierkant getuigd" moest wor
den. Daarna konden de mannen de windvaan in
zijn originele vorm terugbrengen.
Met de werkzaamheden van de koperslagers is
de windvaan nog niet gereed. Er moet nog een
laagje bladgoud op aangebracht worden, wat de
firma Jobse echter niet zelf doet. Dit speciale
werk wordt uitbesteed aan de heer J.A. van
Pagée. "Het is zo'n beetje mijn hobby", vertelt
de heer Van Pagée, "mijn vader en grootvader
deden dit werk ook al".
Met uiterste precisie plakt de heer Van Pagée de
veleetjes 23-karaats goud op de windvaan. De
goud-blinkende windvanen kosten een aardig
kapitaaltje. "Wanneer het Veerse oorlogsschip
straks gereed is, komt er voor zo'n 10.000
gulden op de toren van het stadhuis te staan",
zegt de heer J.M. Jobse".
Zoals ik eerder reeds schreef is het schip in 1983
weer van de toren gehaald. De firma Buitelaar-
Pouwer uit Sint Laurens heeft toen het schip
voorzien van een nieuwe laag bladgoud van
23,5 karaat. In totaal zijn er dertig boekjes met
ieder 25 blaadjes bladgoud in verwerkt. Het vier
13