"ENGELANDVAARDERS" weken durende werk werd in fasen uitgevoerd, omdat steeds gewacht moest worden tot onder delen van het galjoen gedroogd waren. De kosten bedroegen ongeveer 6000 gulden. De 23e september 1983 kon het schip, verpakt in een houten kist en omzwachteld met plastic en plakband, weer op de toren worden gehesen. waarmede een klein stukje van de restauratie van de toren voltooid was. Misschien nog ten overvloede vermeld, maar het scheepje is een oorlogsschip, een galjoen, met aan iedere zijde 27 stuks geschut. J. Midavaine Tijdens de lezing van Piet Quite heb ik adem loos naar deze vlotte verteller zitten luisteren, maar bij het onderwerp "Engelandvaarders" ging het me net iets te vlot. Hij veronderstelde dat Bert Wolters en zijn vrienden wellicht door een vliegtuig waren opgehaald van de bevroren Friese meren, maar in werkelijkheid deden ze zeven maanden over hun tocht naar Engeland. Hoe dat zo kwam staat uitgebreid beschreven in het gedenkboek van het 322-squadron van de R.A.F. Bert, 21 jaar oud, tweedejaars student in Delft, de branieachtige zoon van onze huisarts Wol ters, had veel meer zin om als jachtvlieger tegen de Duitsers te vechten dan zijn studie af te maken toen de Hogeschool op last van de Duitsers werd gesloten als straf voor het studen tenprotest. Hij ging op 12 januari 1941 met twee vrienden naar Sneek, zogenaamd om op de Friese meren te gaan schaatsen. Dat was een dwaalspoor om vermissing aannemelijk te ma ken en om te voorkomen dat de familie Wolters gegijzeld zou worden. Tijdens de zoekaktie naar de vermiste studenten zaten die al ondergedoken bij een Antwerpse familie. Voor het verdere verloop van hun tocht hadden ze echter maar heel vage plannen, zo vaag dat Hans van Roo sendaal, die in België woonde en ook naar Engeland wilde, het drietal maar op sleeptouw heeft genomen. Hans had familie in Parijs en in Marseille en was de enige die vloeiend Frans sprak. Na een lange tocht door Frankrijk, deels te voet, deels met boemeltreintjes, kwam het viertal veilig in Marseille aan, in het onbezette deel van Frankrijk. Maar daar bleek het onmo gelijk een schip te vinden dat hen naar Engeland kon brengen. Omdat het geld opraakte moesten ze gaan werken voor de kost. Het hotel werd te duur, maar gelukkig vonden ze aan de voet van de Pyreneeën onderdak in een leegstaande va kantiewoning van een familielid. Een van de vier werd ongeduldig en stak op eigen houtje de Pyreneeën over en belandde vooranderhalf jaar in een Spaanse cel. De andere drie wisten na eindeloze pogingen uiteindelijk een visum te bemachtigen voor een Zuidamerikaans land en kregen tevens toestemming om over Spanje en Portugal te reizen. Hoewel ze bijna zeker wisten dat ze opgepakt zouden worden, besloten ze de tocht te wagen. En nu was het geluk met hen. Er bleek zelfs nog een K..L.M.-toestel van Lissa bon naar Londen te vliegen, waar ze op 28 augustus 1941 aankwamen. Ze werden meteen in de Irene Brigade ingelijfd en hun droom om Foto: Bert Wolters geb. 17 juni 1919, overleden 16 september 1944 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 16