DE GOUDEN KOETS OP WALCHEREN De echte Oranjegezinden, en die zijn er op Walcheren gelukkig vele, zullen bij het lezen van de titel van dit artikel verheugd opkijken. Krijgen we Koninklijk bezoek in de Gouden Koets? Even mijn ridderorde poetsen en het oranjelint strijken! Helaas moet ik hen teleurstellen. De aanleiding voor dit artikel is een toegangskaartje uit 1949 voor de tentoonstelling "De Gouden Koets", dat ik onlangs onder ogen kreeg. Voor een goed doel te weten het Koningin Julianafonds werd in 1949 met de Gouden Koets en nog enkele andere rijtuigen een toernee per schip door Nederland georganiseerd. Het Koningin Julia nafonds verleent steun aan sociale en medische instellingen. De tocht begon op 23 mei 1949 en duurde tot 20 augustus 1949, begin en eindpunt was Den Haag. Als eerste provincie kwam Zeeland aan de beurt, waar men op 25 mei 1949 te Middel burg aanmeerde. Voor deze tocht werd gebruik gemaakt van een zgn. Kempenaar, de "MA WA" van 616 ton, 50 meter lang en 6.60 meter breed. In 1926 gebouwd bij de firma Vrijenban te Delft. Als trekkracht fungeerde een kleine sleep boot, genaamd "SPES". Voor de scheepslief- hebbers onder ons zij nog vermeld dat de "MAWA" nog steeds in de vaart is, thans onder de naam "BATAVIER", gedomicilieerd te Rot terdam. De bemanning bestond indertijd uit 3 personen, te weten schipper A.P. Schot, diens vrouw en hun zoon Cornelis. Bovendien waren 4 leden van de koninklijke Stallen aan boord. Die sliepen in een speciaal aangebouwde roef. Via een oproep in het weekblad "Schuttevaer" kwam ik in kontakt met de zoon Cornelis Schot, die de tocht van begin tot einde heeft meegemaakt. In zijn woning te Zwijndrecht vernam ik van hem het volgende: "In het voorjaar van 1949 werd mijn vader via de Schippersbond benaderd door de leiding van de Koninklijke Stallen. Men was op zoek naar een schip dat voldeed aan de vereiste afmetingen om de Gouden Koets, de Crème Calèche en de Glazen Koets te kunnen vervoeren. Ons schip was een der weinige geschikte. Na enkele voor bereidingen begon op 23 mei 1949 het eigenlijke 1 0 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 27