b J, A ARMARKTEN, STEDEN en DORPEN, ■PROVINCIE ZEELAND, voor het Jaar I792- DE BUITENPLAATS DUINVLIET BIJ DOMBURG A A N W Y Z IN G DER in de voornanmfle - - der IN HET EILAND WALCHEREN. Arnemulden. Jngtekerk. |1 Abeele. Brigdamme. Domburg M'uJelburg. Kermis Kcr mis K ermis 1 Tinxterdag. Juny 14. July 7. Kermis Juny 18. Krrrr.is Juny zj. Kermis July ZZ. Kermis Juny 7. Oofikaprelle. Souburg. IVe/t. Kermis Sandy i. Serooskerke Yttrc. Kermis July z. Vin fin gen. Kermis July 9. tfcftkappclli. Kermis July 3 Tinxterddg. Kermis July i. Kermis September l_ JAARMARKTEN, enz. SCHOUWEN en DUIVïLAND. Brouwers banen. Kermis J'my 4. Burgt. Kermis Juny iE". Haamlede. Kermis Juny if. Hieuwerkerk. Kermis 3' Pinxterdag. in Duive/ar.J. Xieuwerkerk Kermis Juny 17. in S cbouiven. XoorJwclle. Kermis July 4. Ooflrrland. Kermis July 7. Benei fie. K-rmis July <6. Zierikg_ec. Kermis September 3. Z HID- R E V E L A N D. Cloetinge. Kermis April zo. Goes. Kermis Au ufius zS. llcinuer.sgand. Kermis 1 Pinxterdag •stfr HendrikKermis April zo. IJruningen. Kermis iVoensd naSt. Jan. Ter Xisfit. Kermis fVecnsd.voorS.Jan SCHOU-s3 NOORD- Aan de weg van Domburg naar Oostkapelle ligt de pas gerestaureerde buitenplaats Duinvliet. Het is niet algemeen bekend dat aan de andere kant van de weg in de achttiende eeuw de gelijknamige voorganger hiervan heeft gelegen. Nog steeds is de plaats van het vroegere huis herkenbaar in de vorm van een eilandje. Dit laatste ligt in het bos tegenover het huidige huis Duinvliet en is voor bezoekers niet toegankelijk. In het midden van de zeventiende eeuw lag aan de voet van de duinen tussen Domburg en Westhove nog maar een smal strookje bos, de Manteling. Dit beschermde het bouwland tegen overstuivend duinzand. De hellende grond vlak achter de bossen bestond uit weilanden. Op de plaats van het latere Duinvliet werd in 1647 een huisje gebouwd, omgeven door een gracht. Westelijk hiervan verrees een bijgebouw met een boomgaard ernaast. Het buitentje was eigendom van Johan Base lier, voornaam ijzerhandelaar en lid van het stadsbestuur van Middelburg. Hij noemde het naar zichzelf, het Baseliershof. Na zijn dood werd het waarschijnlijk alweer afgebroken. De lanen, het bos, de gracht en het bijgebouw bleven echter bestaan. Zo bleef de situatie tot het begin van de achttiende eeuw. In het eerste kwart van de achttiende eeuw nam de mode van het buitenwonen een grote vlucht. Een zomers vertoeven op het platteland hoorde bij het deftige bestaan van de rijke kooplieden en magistraten. Het aantal buitenplaatsen op Walcheren, rond 1680 nauwelijks 30, verveel voudigde zich. Rond 1730, toen de groei lang zaam tot stilstand was gekomen, telde het eiland ongeveer 120 grote, middelgrote en kleinere buitenverblijven. De meeste buitenplaatsen werden van mei tot september bewoond, en stonden in de rest van het jaar leeg. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 31