stervormig lanenpatroon erin.
Links en rechts van het eiland lagen een boom
gaard en een moestuin. Wat verderop, naar
rechts, lag een sterrebos met een groot, rond
grasperk in het midden. Hierop zal wel een
beeld of een zonnewijzer als versiering gestaan
hebben. Het bosje rechtsonder tenslotte, werd
rond 1780 voorzien van een ronde vijver.
De buitenplaats Duinvliet was gedurende haar
hele bestaan eigendom van de familie Van de
Perre. Dit was een van oorsprong uit Mechelen
afkomstige familie, die zich in de zestiende eeuw
als handelaarsgeslacht in Middelburg had geves
tigd.
De stichter van de buitenplaats was waarschijn
lijk Joan van de Perre (1676-1730), in 1701
gehuwd met Barbara Maria Schorer (1682-1731
Hij was vanaf 1710 Gecommitteerde Raad van
Zeeland. Dit was een zeer belangrijke politieke
functie.
Toen Joans dochter Maria Barbara in 1721
wilde trouwen met de Middelburgse predikant
Albertus Voget, brak onenigheid uit, die tot
1730 zou duren. Van de Perre was tegen het
huwelijk, zijn vrouw en twee dochters waren
voor en zijn zoon hield zich afzijdig.
Van de Perre deed de voorspelling dat zijn
vrouw en dochters niet veel genoegen aan dat
huwelijk zouden beleven, omdat zij hem in het
graf zouden volgen.
Hij overleed op 22 november 1730 en inderdaad
stierven kort na hem zijn vrouw en twee
dochters.
Maria Barbara van de Perre trouwde in 1731
alsnog met Voget.
De tweede eigenaar van Duinvliet was de zoon
van Joan van de Perre, Mr. Johan van de Perre
(1713-1749). Hij was gehuwd met Catharina
Cornelia Steengracht (1718-1775), vrouwe van
Everswaard. Johan van de Perre was lid van de
Staten van Walcheren en Gecommiteerde Raad
ter Admiraliteit van Zeeland. Verder bekleedde
hij belangrijke posten in de Middelburgse ma
gistratuur. Hij overleed vrij plotseling op 36-
jarige leeftijd en liet zijn 31-jarige vrouw met vijf
kinderen achter. Een jaar later stierf een van
deze kinderen, zeven jaar oud.
Na de dood van de weduwe Van de Perre-Steen-
gracht werd Duinvliet toegewezen aan haar
tweede zoon, Mr. Paulus Ewaldus vande Perre
(1745-1786), heer van de Vierbannen in Duive-
land. Het hof werd getaxeerd op 2400 pond
(f 14.400,en de boerderij Klein Duinvliet
aan de overzijde van de weg op 1646:8:10
(bijna 10.000,Van de Perre was in 1765
Plattegrond van Duinvliet, op de kaart van Hattinga,
1750. Bovenaan zijn de duinen zichtbaar.
gehuwd met Johanna Suzanna van der Man-
dere 1747-1790), dochter van Mr. Jacob van
der Mandere. Deze was burgemeester van Vlis-
singen en bewoonde de fraaie buitenplaats Der
Boede bij Koudekerke.
Kort na zijn huwelijk betrok Van de Perre het
grote huis aan de Lange Noordstraat in Middel
burg, waarin later de Rijkskweekschool zich
zou vestigen. Na de dood van zijn schoonvader
in 1775 erfde hij Der Boede.
Hoewel Paulus van de Perre primair Der Boede
als buitenverblijf had, verbleef hij ook wel eens
op Duinvliet.
Daarom heeft hij aan deze buitenplaats enkele
veranderingen laten aanbrengen. Hij had op 24
augustus 1776 de buitenplaats Hoogduin, naast
Duinvliet, gekocht voor 9600:
Nadat hij op 28 augustus 1776 officieel eigenaar
van Duinvliet was geworden, liet hij het huis
Hoogduin afbreken. De tuinen van beide bui
tenplaatsen werden bij elkaar getrokken. De
opzet van het park van Hoogduin werd sterk
vereenvoudigd. Verder veranderde er niet erg
veel: Van de Perre woonde immers nauwelijks
op deze buitenplaats.
In 1784 verkocht hij Duinvliet aan zijn broer
Mr. Johan Adriaen, die woonde op het ernaast
gelegen kasteel Westhove.
Twee jaar later stierf Paulus Ewaldus van de
Perre. Hij was als gevolmachtigd minister in
Brussel, toen hij betrokken raakte bij een
28