DE GEMEENTE MOET EEN NAAM HEBBEN
Zo maakten aangeharkte erven plaats voor
betonnen opritten; windsingels met hun ver
scheidenheid aan bomen en heesters verdwenen.
De verstedelijking had invloed op de beplanting
van de boerentuin. De boerin paste de beplan
ting aan, zoals de nieuwbouwtuin te zien gaf.
Welke waarde bezit de traditionele boerentuin
om beschermd en gememoreerd te worden?
In Engeland en ook in Zwitserland en Duitsland
heeft men het belang hiervan al lang ingezien.
De aanleg gaat terug op die van de oude kloos
tertuinen. Sommige plantensoorten zijn vaak
nergens meer bekend. Van oudsher is het de
boerin die zich met de (voor)tuin bemoeit.
Ze dient tot nut (moestuin) en tot sier en status
(bloementuin). Het economische deel van het
bedrijf is de taak van de boer en geschiedt
achter. Op iedere boerderij "gaat wat achter is
voor".
Per regio is de boerentuin verschillend, afhan
kelijk van grondsoort en afmeting van het boe
renbedrijf. De kruisvorm in de aanleg treft men
in onze streek niet aan (invloed van het calvi
nisme?). Geometrische vormen worden voor de
perkjes gekozen, omgeven door buxus- of ker-
noffelhaagjes. Al naar de streek worden paadjes
aangeharkt, bedekt met schelpegruis of met
grint. Ook de keus van bloemensoorten als be
plantingen verschilt per streek.
Veel voorkomend zijn begonia, dahlia, schild-
zaad en primulasoorten, waarvan bij ons het
"bakkruudje" bekend is. Het dankt zijn naam
aan het gebruik ervan bij het vervaardigen van
gebak. Stamrozen, pluimhortensia's en pioen
rozen treft men heel vaak aan. Aan de rand van
de moestuin bloeien goudsbloemen, afrikaantjes
of Oostindische kers om ongewenste insekten af
te weren. Een haag van buxus, taxus of liguster
houdt de kippen en ander vee erbuiten.
Een boomgaardje, als overgang naar het achter
liggende akkerland hoort erbij, evenals een
bank als rustpunt om uitzicht te hebben over de
omgeving. Een prieel of leilinden zorgen voor
het rusten in de schaduw. Terzijde van de voor
deur worden bomen of struiken in fraaie vor
men gesnoeid.
De heer Smallegange maakt deel uit van een
werkgroep die zich ten doel stelt boerentuinen
te inventariseren en te beschermen. Deze werk
groep wordt gevormd door mensen die be
trokken zijn bij de landbouw, bij monumenten
en plantendeskundigen. De werkgroep ontvangt
geen subsidie. In gesprekken door het hele land
gevoerd verkrijgt men een schat aan informatie.
Cultuurhistorisch zowel als botanisch van groot
belang. De Landbouwuniversiteit van Wage-
ningen en openlucht-musea kunnen deze infor
matie gebruiken. Ook richt zij zich tot boerin
nen die tussen 1910 en 1940 geboren zijn.
Gedetailleerde tekeningen van bestaande boe
rentuinen zijn zeer welkom. Over het voor
komen van de traditionele boerentuinen op
Walcheren is nog weinig bekend. De spreker
van deze interessante avond ontvangt gaarne
uw informatie hierover. Zijn adres is:
Mr. G.W. Smallegange, Brugdam 25, 4286 AX
Almkerk.
R. Rauwe-Labruyere
Het kan niemand zijn ontgaan: er wordt naar
stig gezocht naar een naam voor de nieuwe
plattelandsgemeente op Walcheren. Sinds no
vember wordt de toekomstige gemeente welis
waar getooid met de naam Veere, maar dat is
volgens Gedeputeerde Staten slechts een voor
lopige naam, een werknaam. Omdat de ervaring
leert dat de grens tussen voorlopig en definitief
in veel gevallen een vage is, vraagt de suggestie
om een reactie. Die van bestuurders en historici
was weinig geestdriftig, aldus de PZC van 11
november. Terecht. De naam Veere mag dan bij
velen, vooral ook buiten onze provincie en ons
land, een vertrouwde klank hebben en door
velen onmiddellijk geassocieerd worden met
monumenten en waterrecreatie, historisch ge
zien ligt het niet erg voor de hand juist déze
naam als etiket voor de nieuwe gemeente te
gebruiken.
Veere heette vroeger ook wel -met de van
Kampen op Noord-Beveland afgeleide naam-
Campvere, voor een onder de vleugels van het
oudere en aanvankelijk belangrijker Zanddijk
ontstane havenbuurt.
Op woensdagavond 10 november vroeg de
PZC ook mij om commentaar en suggesties. De
6