BRIEFWISSELING UIT DE JAREN 1943/1944 In de jaren 1943/1944 heb ik vanuit Middelburg een aantal brieven geschreven aan mijn zuster, die toen in Zeist woonde. Zij heeft die brieven al die jaren bewaard en onlangs aan mij terugge geven. Het bundeltje nog eens lezende, kwam bij mij de gedachte op, voor de leden van de H K W een bloemlezing daaruit samen te stellen. De citaten geven naar mijn mening op een aardige wijze de sfeer en de opvattingen uit die dagen weer. De bewuste brieven vormen vanwege de toen heersende papierschaarste een onooglijk geheel van bloknootvellen, schriftblaadjes, luchtpost papier; alles met de kroontjespen beschreven, echter nog goed leesbaar. Bij het lezen dient men in het oog te houden, dat het correspondentie betreft van een twaalf-, dertienjarige jongen, in een kinderlijke stijl ge schreven. Maar zo was de geestesgesteldheid in die tijd. De inhoud valt ruwweg in 4 delen uiteen, t.w.: 1. familienieuws 2. de oorlog 3. voedselbeslommeringen 4. diversen Vooral uit de punten 2 en 3 heb ik geciteerd. Mag ik u na deze inleiding uitnodigen vijftig jaar met mij in de tijd terug te gaan? 9 april 1943: ik heb van de week vijf mitrailleurkogels verkocht voor tweeënveertig cent. 28 september 1943: we zijn konijnen aan het vetmesten voor als je komt. We eten er twee op. 6 oktober 1943: Zondag hebben ze hier weer flink geschoten; er waren 9 Engelse vliegtuigen, die hebben bij Veere drie hulpkruisers vernield. Een is er gezonken, een tweede staat in brand en de derde is op het strand gezet; er waren honderdvijftig doden, natuurlijk Duitsers'. Bij Vader aan het station (Vlissingen) zijn twee bommen gevallen. Er is ook nog een seinhuis wachter gedood. Maandag was het zesmaal (lucht)alarm in Vlis singen. Piet ging om half tien van de fabriek (De Schelde) en was er om half twee weer terug. Ze zeggen hier dat Breda tot vesting verklaard wordt en geëvacueerd moet worden. 7 november 1943: vrijdag kregen we het pakje van je; ik ben het op het postkantoor wezen halen. Al de touwen waren er af. En wat een lekkere appeltjes waren dat, zeg. Vanmorgen kwamen er hier vijftig Engelsen (vlieg tuigen) over; de Duitsers durfden er gewoonweg niet op te schieten. Vrijdag waren er wel drie honderd Engelsen. Toen was er aan schieten geen gebrek. Van de week vielen de (granaat-) scherven op het dak. 28 november 1943: Moeder is verleden week naar het abattoir geweest; ze kreeg een kilo vlees. O ja, dat zou ik bijna vergeten. Moeten in Zeist de mannen ook in de bagger staan werken?2 Ze werken op het Bolwerk, aan de Sloedam en aan de Souburgse dijk. Ze worden door solda ten bewaakt. Het zijn bijna allemaal zakenmen sen; mijnheer K. moest ook. Vader heeft al Mongolen gezien. Er zijn hier Mongolen, Russen, Belgen, Italianen en Fran sen. Die Italianen zijn soldaten van Badoglio3. 12 december 1943: We hebben vanmorgen lekker geen school. Nu gaan Moeder en ik naar Vlissingen om schoenen te kopen. Ik heb een schoenenbon gekregen. Ik kwam van de week met twee natte voeten thuis. We waren in hele oude gangen gegaan (van het vroegere Oostindische Huis aan de Rotterdamse Kaai). Ineens ging de lucifer uit. We zijn toen op de tast verder gegaan. Ik viel toen van een steen in het water. Ik krijg een Rode Kruis-identiteitskaart. Je kan er voor een dubbeltje een kopen. Met Sint-Nicolaas heb ik een heleboel post zegels gekregen en ook een boekje over Russi sche, Amerikaanse, Engelse, Italiaanseen Duit se oorlogsvliegtuigen. 17 januari 1944: Moeder vraagt ofje het pakket met erwten en bonen hebt ontvangen? 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 14