grotere. De Haarlemse fontein was 10,10 m., maar de Middelburgse fontein werd 11 m. doorsnede. Na een schetsontwerp kan de definitieve teke ning en begroting worden gemaakt. De aannemers M.K. Jeras en zoon zijn bereid het voor het begrote bedrag van 1000 te doen en ze hebben er een degelijk stuk werk van gemaakt, zoals nu nog valt te constateren. Tuinman Van Heyl, Bleek 94b, zorgde voor de beplanting, zoals uit de rekening blijkt, „wegens het versieren der Rots op Blans". De nota bedroeg 35, inclusief drie dagen werk en 37 plantjes. Het woord „Blans" is geen schrijffout, want zo werd de naam uitgesproken, evenals Sepierstraat voor St. Pieterstraat. De fontein, als versiering bedoeld, bestond alleen uit de fontein en een rond perk er omheen van graszoden. Onder de zeer forse waterstraal zal er van de plantjes niet veel overgebleven zijn. Het moet een groots moment in de geschiedenis van Middelburg geweest zijn, toen voor het eerst de fontein „sprong". Twee koninginnen op bezoek, een erewacht uit het puikje van de Middelburgse bevolking, hofrijtuigen, een detachement huzaren, overal versierde straten en pleinen, het aanbieden van velerlei geschenken, het kon niet op. De commissaris van politie van Middelburg schrijft aan zijn Vlissingse collega, dat er drie gouden horloges zijn gerold tijdens de feest dagen, met het beleefde verzoek, na te gaan of de bedoelde voorwerpen in Vlissingen zijn verkocht of aangeboden. Waarom eerst aan Vlissingen gedacht? Op 25 augustus verschijnt in de Middelburgsche Courant een bekendmaking van burgemeester Schorer, waarin hij zegt, dat Hare Majesteiten hem dank betuigd hebben en hun grote tevreden heid uitspreken, voor de tijd die zij in Mid delburg doorbrachten. Het feest is ten einde en zaterdag 25 augustus zijn de Majesteiten weer met de trein naar Soestdijk vertrokken. Vertrek 09.35 uur, aan komst Soestdijk 12.45 uur. Dat was zeer snel, maar de trein werd dan ook door twee locomo tieven getrokken, en de Directeur-Generaal van de Spoorwegen reed mee. In Tilburg werd van locomotieven gewisseld. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 12