JAN JOHANNES DE VROOME (1851-1877)
Nieuwsgierig maakte ik die open en las tot mijn
verbijstering onder meer:
Ik heb mijn notaris opdracht gegeven deze brief
na mijn dood naar je toe te sturen. Toen ik je in
Vlissingen ontmoette wist ik, dat ik nog maar
zeer kort te leven had. Hoewel ik over de hele
wereld heb gezworven, was ik nooit meer in
Vlissingen geweest. Toen mijn leven dus ten
einde liep wilde ik mijn geboortestad, waar ik
mijn jeugd had doorgebracht, nog eenmaal
zien. Gelukkig ontmoette ik jou, want de stad
zelfwas, behalve het winkeltje van Anna Sie-
bols, een grote desillusie. Na een paar persoon
lijke opmerkingen was er nog een P.S. toege
voegd, dat luidde:
Toen de trein het station uitreed, riep ik nog iets
naar je, wat je kennelijk niet verstond.
Ik riep toen naar je:
Waar is Spek kus noe?
C. Feij
Onderzoek in archieven buiten ons heem kan
soms stof voor een artikel in De Wete opleveren.
Zo trof ik enige tijd geleden in het gemeente
archief van Dordrecht stukken aan, die de
grondslag hebben gevormd voor het volgende
verhaal.
Het gaat over Jan Johannes de Vroome, ma
troos aan boord van het fregatschip Bato, 1247
ton, gezagvoerder M.G. Knijff uit Dordrecht.
De Vroome, oud 25 jaar, ongehuwd en wo-
zittingen over de loopplank aan boord gaan.
Hij maakte de reis niet alleen. Aan boord
bevonden zich nog twee Middelburgse matro
zen, te weten M. Adriaansen (24) en A. de Graaff
(34). De rest van de bemanning vormde een
soort mini-Europese Gemeenschap: 13 Neder
landers afkomstig uit alle windstreken, 3 Duit
sers, 3 Zweden, 1 Rus en 1 Deen.
Vóór vertrek werd men door de Waterschout
aangemonsterd en diende de monsterrol van
Art. 5. Een ieder zal zich tevreden moeten houden oict hel navolgend rantsoen, per week, al>
2 kilogrammen liard Brood,
2.1 liters Gort, of Hijst in verhouding,
1,5 kilogram gezouten Vleeschiof in mindering daarvan
0,75 u Spek Scens indeweek Stokvisch.
0,35 Boter, 'of OJje, of Suiker,
0,25 n Kaas, ft* - -(l-r,- f r~r
1.2 liter groene Erwten of witte Boonen, voor 3 rantsoenen,
1,2 n gr aan we bruine 2
0,8 kilogram Tarwe- of Grutte-Meel, 2
0.05 kilogram Thee.
0 25 n Kothj. of 0,35 -liter Gencv.r. .ter kouzc
van den Schipper.
4,75 liter Water per dag,
Zout, Azijn en Mostaard naar vereisehte.
Op de schepen, naar de Oost-Indien bestemd, om de 14 dagen
0,75 kgr. Zuurkool of Snij boonen, waardoor op dien dag
.-t.-vervalt liet rantsoen
Meel. Boonen of Erwten.
0,10 ii Augurken of Komkommers
0,007 Knoflook.
kelijk
Niet in zee zijnde, vermag de Schipper de rautsoenhelaling te wijzigen, door het verschaffen van vcrsche eetwaren.
Buitenslands zullen, in geval van onbruikbare provisie, de schepelingen zich moeien tevreden stelllen »:«:i provision, die aldaar gelirui-
en te verkrijgen zijn.
nende te Middelburg, wijk 1 nr. 162(tegenwoor
dig Vlissingsestraat), monsterde op 8 augustus
1876 te Dordrecht aan als matroos op het fregat
schip Bato voor een reis van Rotterdam naar
Semarang en Pasoeroean, toenmalig Neder-
lands-Indië. Zijn gage bedroeg 34 gulden per
maand. Uit een destijds opgemaakt signalement
kunnen we ons enigszins een beeld van De
Vroome vormen: gezette gestalte, hoog voor
hoofd, blond haar, grijze ogen, kleine mond,
ronde kin, een gezonde kleur. Als bijzondere
kentekenen werden wratten op de "regterhand"
en vingers genoemd. In gedachten zien we hem
met plunjezak en enkele andere schaarse be-
een handtekening te worden voorzien.
Een interessant onderdeel van de monsterrol
vormt het onderdeel voeding. Om de lezers
daarvan een indruk te geven, staan hierboven
de weekrantsoenen:
Constateert u zelf maar, niet direct een dieet
voor mensen die aan de lijn doen.
Volgens de Nieuwe Rotterdamsche Courant
van 18 augustus 1876 lag de Bato op 17 augus
tus zeilklaar in de Westerhaven te Rotterdam.
Dezelfde krant meldde dat het schip op 20
augustus van Hellevoetsluis naar Brouwersha
ven was vertrokken, op 14 februari 1877 bereik
te men Semarang, waar men bleef liggen tot 11
23