kwam een einde door het ongunstig verloop van
de Engelse Zeeoorlogen. De macht kwam meer
en meer in handen van families, die de vette
baantjes onderling verdeelden en weinig deden
aan de handhaving van de positie, die Neder
land als handelsnatie veroverd had. De Vlis-
singer Brasser schreef in 1754 een uitvoerig
relaas over Vlissingen, dat kenmerkend is voor
de situatie in de regententijd. Zo schrijft hij over
de situatie op de Zeilmarkt:
"Terzijde van de Nieuwendijk tegen het water
staat een gebouw als een oude toren, boven
stomp, waarop staat een kraan met een om de
masten van de schepen daar mee uit en in te
doen.
Onder deze scheepskraan is de plaats daar de
dragers moeten dobbelen om het werk.
Als iemand een werk heeft dat meer dan door
een of twee moet gedaan worden, die gaat bij de
bode van het zakkendragersgilde of St. Jans-
gilde. En zegt dat hij volk moet hebben om te
werken. Zo gaat de bode door de ganse stad en
roept op de hoeken der straten: "smakke, smak-
ke", tegen zo een uur, dat altijd een half uur
vroeger is dan dat er moet gewerkt worden.
En die niet binnen dat uur dat er moet geworpen
worden, en zijn werk voor die dag niet afgezegd
heeft aan een van de dekens, en niet in het werk
zijnde, dat mede gesmakt is, verbeurt een boete
per ordonnantie daarop gesteld. En daar wordt
altijd geworpen in presentie van een deken van 't
gilde, die geworpen ogen aantekent. En ook
bekeurt dengene die op smaktijd niet heeft
gepast. De roeper heeft anderhalf uur tijd om te
roepen of er absenten waren die ver waren dat
zij gelegenheid konden hebben om terstonds te
komen. De omroeper die altijd bode van het
gilde is geniet voor het omroepen twee stuivers
van eiken omroep, ten ware dat er voor meer
dan een persoon goederen en een schuit waren,
dan bracht hij voor den eersten die zijn goede
ren krijgt twee stuivers en van de overige maar
een stuiver. Alle St. Jans of zakkedragers
moeten ieder een wagen hebben om goederen te
kunnen vervoeren. En zolang zij geen eigen
wagen hebben en mogen zij niet smakken. En
mogen niet dan lopend werk doen dat zij met
den lijve kunnen doen. Ook zijn van de smak
geëxcuseerd allen die een zekere ouderdom van
jaren bekomen hebben. Die ouderlingen ge
noemd worden, die mogen alle werk doen waar
zij in staat toe zijn. Alle deze St. Jans moeten
van de Hervormde Religie zijn of worden niet
tot het gilde geadmitteerd".
Tot zover dus het verhaal van Brasser, dat een
goed beleid geeft van de bureaucratie, die ten
tijde van de regenten in zwang was.
In het jaar 1774 is de mastkraan dusdanig in
onbruik geraakt, dat zij werd afgebroken en de
toren werd voorzien van een spits toelopend
dak. Zo bleef de toren nog lang vergaderplaats
van de zakkendragers of St. Jans.
De Napoleontische jaren
Groot was de schrik in Vlissingen toen aan het
einde van de maand j uli 1809 een Engelse leger
macht een grootscheeps bombardement begon.
Meer dan elfhonderd kanonnen vuurden zowel
van de land- als de zeezijde hun projektielen op
de stad.
De Oranjemolen op de zeedijk toont nog een
kogel uit een van de Engelse kanonnen. Het
fraaie Vlissingse stadhuis, de trots van de stad,
ging in vlammen op. Meer dan driehonderdvijf-
De huidige bebouwing van de plaats
waar ooit de Altenapoort stond
12