ken uit zijne bewering: "ik heb voor geen
stuuver geleerdheid, maar heb respect voor de
geleerdheid; ik heb een goede stem, zeggen ze,
maar ik ken geen noot zoo groot als de kerk".
Levenswijsheid legt hij onder vele omstandigheden
aan den dag; nemen doen ze hem allicht niet.
Terecht merkt hij op: "als jij van mij geen
Zondag maakt, maak ik van jouw geen Maan
dag". Raak, gevat en slagvaardig is hij vaak; dit
blijkt wel uit het volgende staaltje.
Op de Zierikzeesche boot stelt te midden van
een groot gezelschap een seperatistische dominee
hem de vrij onnoozele vraag: "Wel mijnheer
Van Beveren, waarvoor dienen die tonnen toch?"
waarop hij onmiddellijk antwoordt;: "die zijn
net als jie, ze wijzen den weg en kennen hem zelf
niet".
Behalve rijkstonnenlegger bekleedt hij nog steeds
de functie van President Kerkvoogd en Ambte
naar van den Burgerlijke stand. Het huwelijk
van menig paartje, jong of oud, aanvallig of
tanig, heeft hij voltrokken. De ontwikkeling
van het maatschappelijk leven in Veere tijdens
de laatste vijftig jaren staat in nauw verband
met het optreden van deze persoonlijkheid, die
onder zijne plaatsgenooten bijna algemeen geacht
en gezien is.
Met den oprechten wensch voor zijn behoud
gedurende nog een tal van gelukkige jaren te
midden zijner Veerenaren eindig ik dit epistel".
Dan het feest zelf. Hierover schreef de Middel-
burgsche Courant van 1 oktober 1923 het
volgende verslag:
"Het gouden feest van den heer Van Beveren.
Toen wij hedenmorgen met de autobus de Kade
te Veere opreden, behoefden wij, al wisten wij
het reeds, niet te vragen, waar de jubilaris van
heden, de heer M.J. van Beveren, die sedert 1
October 1873 Rijkstonnenlegger en bakenmeester
te Veere is, woont.
De aardige versiering voor de aan zoo velen
goedbekende gastvrije woning, wees aan ieder
dat het daar heden feest is en verschillende
huizen in de buurt waren in vlaggetooi, over de
woning lag een tonnenschip, geheel gepavoiseerd
en zelfs de tonnen op de kade waren van vlaggen
voorzien.
Te 10 uur kwam een deputatie uit vrienden en
vriendinnen van den krassen grijsaard om hem
een geschenk, bestaande uit een bijzonder fraaien
leuningstoel en een groot bloemstuk aan te
bieden.
6
Mevrouw Buijs Ballot, de echtgenoote van
Veere's burgervader, voerde namens allen het
woord en zeide het een groot voorrecht voor
haar te achten de tolk te zijn van de vrienden, in
en ook buiten Veere, om den heer Van Beveren
op dezen voor hem zoo bijzonder gewichtigen
dag een warme hulde te brengen. Dat deze
hulde welverdiend is, lijdt geen twijfel. Met
voldoening kan de jubilaris terug zien op deze
halve eeuw, die achter hem ligt, tijdperk van
onvermoeiden arbeid en ijver en groote plichts
betrachting, wat hem het vertrouwen, de achting,
de sympathie van al zijn chefs verwierf. Ook
voor Veere heeft hij veel gedaan. Maar er is nog
iets, zeker niet minder belangrijk dan de twee
punten, zooeven aangehaald. De jubilaris heeft
zich steeds doen kennen als een menschen-
vriend, altijd bereid te helpen, waar hij helpen
kon, en die hulp kreeg dubbele waarde doordat
zij zoo spontaan en geheel belangeloos werd
verleend. Daardoor heeft de heer Van Beveren
zich vele vrienden gemaakt en die vrienden
willen hem een blijvend aandenken geven aan
dezen feestdag, wat spreekster daarop namens
allen aanbood. Mevrouw Buijs Ballot sprak
hierbij den wensch uit, dat dit geschenk er veel
toe moge bijdragen om de herinnering aan het
gouden jubileumfeest levendig te houden. Wij
hopen aldus spreeksterwaarde vriend, u
nog lang in ons midden te zien, altijd even flink
en opgewekt als tot heden. Ik wensch u hartelijk
geluk.
Mevrouw v.d. Hamme reikte met gelukwenschen
de lijst der deelnemers en het overgeschoten
geld, dat de heer Van Beveren naar goeddunken
kan besteden, over.
De burgemeester wees er op, hoe de heer Van
Beveren tal van jaren zich ook als raadslid
geheel gegeven heeft, en ook daarna een trouw
burger van Veere is gebleven, steeds de harmonie
bevorderende.
De heer Dr. Weijland sprak namens kerkvoog
den der Ned. Herv. Kerk en wees er op hoe de
heer Van Beveren als president-kerkvoogd steeds
groot belang stelt in de zaken van de kerk. Hij
hoopte dat God hem nog jaren zal sparen.
De heer De Zeeuw sprak als bestuurslid van het
N.O.G. en als oud-hoofd der openbare school
en wees op de groote belangstelling, die de jubi
laris steeds voor het onderwijs toont te hebben,
een belangstelling, waaraan velen, die zelf bij
het onderwijs werkzaam zijn, een voorbeeld
kunnen nemen.