Hoewel gedurende de inundatie (1944/1945) de Noordweg in Sint Laurens onder water stond, was er nu en dan nog heel wat bedrijvigheid, zoals we op dit plaatje kunnen zien. We trokken in bij een oom en tante, die met een gezin van acht kinderen op Houtkaai 4 een achterkamer en een alkoof als onderdak had den gevonden. In de voorkamer woonde een andere familie en de keuken werd om beurten gebruikt. Het hele gezin van oom en tante sliep op matrassen in de alkoof, terwijl wij 's avonds in de woonkamer onze bedden spreidden. Vader had veel moeite met deze manier van leven en kocht een roeiboot (waar kwam het geld toch vandaan? Er werd immers niets ver diend, omdat de smederij onder water stond). Hij legde die bij de Noordbrug. In ons eigen huis op Brigdamme maakte hij de zolder enigs zins bewoonbaar en vervolgens peddelde hij heen en weer tussen Middelburg, Brigdamme en Oostkapelle. Ik ging vaak met hem mee en moest dan aan het roer zitten, zodat vader gemakkelij ker tussen de "Rommelasperges" door kon laveren. In het huis naast de smederij woonde de familie Verburg, die voordien een kruidenierswinkel op het dorp had gedreven. Dit huis lag op de helling van het kerkhof, dat bij de ruïne van Brigdamme hoorde. Hoog en aan de achterkant droog. Als het hoog water werd zwommen Marie Ver burg en ik op de Noordweg. We trokken boven onze badpakken aan, daalden de zoldertrap af en zwommen door de gang naar buiten. Ramen en deuren waren er nauwelijks nog in de huizen, maar in de kozijnen zaten nog wel scherpe glas splinters. Het was dan ook zaak, goed uit te kijken of er een dukw in aantocht was. Die maakte grote golven en je moest zien een lantarenpaal te bereiken om je aan vast te houden. Die amphibie-vaartuigen onderhielden een soort lijndienst tussen de Markt van Middel burg en de diverse dorpskernen. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 11