MIJN HERINNERING AAN DE DAG VAN DE BEVRIJDING VAN SEROOSKERKE werk gezet. Een aantal van de om het leven gekomen Com mando's werd niet direct gevonden. Ze werden als vermist opgegeven. Na de aanval op de Duitse geschutsopstelling W11 ten zuiden van Zoutelande hadden de Royal Marines Commando's zo'n groot dagelijks verlies niet meer geleden. De drie overige Buffalo's keerden naar het dorp terug nadat de doden voor zoveel mogelijk waren geborgen en de gewonden waren afge voerd. De gewonden werden verzorgd in het Gemeen tehuis en in de als noodhospitaal ingerichte Hervormde School. Ze werden verbonden en van droge (burger-)kleren voorzien. Daarna keerde men, ingevolge een per radio ontvangen order, naar Domburg terug. De geborgen doden werden op 10 november 1944 begraven op de Algemene Begraafplaats te Domburg. Naast hun graven werd een groot houten kruis opgericht met daarop vermeld de namen van de vermisten met daaronder de vermelding K/A 8.11.1944, Graves Unknow. In het verdere verloop van de maanden novem ber en december 1944 werden alsnog zeven slachtoffers geborgen. Vijf van hen werden begraven op het oude kerkhof bij de Neder landse Hervormde kerk te Serooskerke, de twee anderen kregen een tijdelijke rustplaats op het oude kerkhof te Vrouwenpolder. Tijdens heel laag water op 19juni 1945 werd het twintigste en laatste slachtoffer gevonden in een sloot bij het café. Het was de 19-jarige Norman F. Wall. Enkele dagen na de vondst werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar de Cana dese Erebegraafplaats te Bergen op Zoom, welke toen in aanleg was. Al de andere slacht offers werden in 1946 overgebracht naar de Ge allieerde Erebegraafplaats, eveneens te Bergen op Zoom. Op de stenen van hun graven komen ontroerende en indrukwekkende inscripties voor, zoals "He died, fighting for the cause of freedom of the world", "Thoughts for to-day, memories for ever. Sadly missed by mother and family". "Our thoughts are always where our dear one lies. Mum, dad and brothers and sisters", etc. De bevrijding van Serooskerke op 8 november 1944 was meer een droevige dan een blijde dag. Voor de genoemde slachtoffers is op 3 november 1984 een prachtig monument onthuld bij de Nederlandse Hervormde kerk. Opdat wij niet vergeten! J.C. van Winkelen Het was rustig, die woensdag de achtste novem ber 1944, de dag waarop Serooskerke bevrijd werd. De natuur was tot rust gekomen. Sinds 1 no vember had het veel gestormd en geregend. Nu probeerde de zon er zelfs af en toe door te komen. Om ons heen was het stil geworden. Het geweld van de oorlog was sterk afgenomen. Wij hadden het schieten gehoord, eigenlijk van alle kanten. Vanuit richting Sloedam, maar ook vanuit Vlis- singen, Westkapelle en Domburg. Soms floten de granaten over ons heen, vermoedelijk vanuit Domburg naar de Sloedam. Wat er precies gebeurde, wisten we niet. In de derde week van oktober was de kom van Walcheren onder water gekomen en moesten wij het hebben van het nieuws van iemand, die met een bootje of een wagen zich van het ene dorp naar het andere waagde. En dan de ge ruchten! Wij vermoedden en hoopten veel, maar wisten niets. Niet van de landingen bij Vlissingen en Westkapelle en de strijd, die er op volgde om de bezetting van de duinstrook uit te schakelen. Ook niet van de zware strijd om de Sloedam. Wij wisten ook niet, dat maandag 6 november Middelburg en Veere al bevrijd waren en dat de volgende dag de laatste grote batterij bij Dom burg overmeesterd was. Wij woonden sinds een paar weken op de zolder van een huis tegenover ons eigen huis aan de Noord weg. De drie koeien stonden met het andere vee uit de buurt eerst aan het hek rond de Hervormde Kerk gebonden. Na een paar dagen vonden zij een plaatsje in de timmerwinkel van J. in 't Anker. Maar zij moesten wel eten en daarom zouden wij, mijn vader en ik, proberen nog wat mangels van het land te halen. Vervolg op blz. 24 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 23