Vrijdagavond neeft een ren tal dijkwerkers uit Koude kerke den nooddyk rond VHssingen doorgestoken ten einde een snellere afwatering via VHssingen te bevorderen. De mannen z^n door de politie gearresteerd en ingesloten. Hedenmoreen ''zyn nu een 100-ta! dykwerkers van den Nolled\|k uit protest tegen dezs arrestaties in staking gegaan. Hun IcJachteen zijn voorts dat zij, terwijl zy dag en nacht moeten werken aan den Nolle- dyk, zelf in hun woonplaats met water biyven zitten. Zooals wy reeds gemeld hebben, zou er dezer dagen inderdaad weer begonnen worden met het spuien vla VHssingen. Donderdagavond arriveer de een dragline om den dam in den watergang te verwij deren, doch naar wij van de zyde van den Itykswaterstaat vernemen, kon in verband met ongunstige weerberichten Vry- dag niet gespuid worden. La ter werden de weerberichten gunstiger, zoodat de Koude- kerkenaren ongewild het spui en slechts 12 uur vervroegden. Van de zijde van den Water staat worden pogingen gedaan om de aangehoudenen vry te krijgen. ONTJ9VHF,DENTTF;7n ONDEf HT.TK WERKF.nS Uit de P.Z.C. van 1945 Toen de collega-dijkwerkers dit de volgende morgen vernamen, trokken ze in optocht, "ge wapend" met spaden en bijlen, naar het politie bureau. Daar deelden ze mee dat ze niet meer zouden werken als het zestal niet zou worden vrijgelaten. Om half elf's morgens is dit dan ook gebeurd. Het doorsteken had spectaculaire ge volgen. Naar schatting zakte in vierentwintig uur tijd het water bij Koudekerke één meter, zodat onder andere de weg van Koudekerke naar Middelburg droog viel. Aan Vlissingse zijde was er een minder prettige bijkomstigheid. Het bleek dat de watergang en de sluizen niet in staat waren de geweldige waterstroom te verwer ken, zodat nogal wat huizen in de wijk "Goed Wonen" tijdelijk water binnenkregen Bweoners daar konden het initiatief van de zes niet echt waarderen (om het maar even netjes uit te drukken). Een van de deelnemers aan het doorsteken zette in dichtvorm de gehele operatie op papier en het luidt als volgt: Verhaal van het doorsteken van de dijk op 9 november 's avonds zeven uur: Wie belooft en niet wil geven Is niet waard, dat hij blijft leven. Daarom wil ik in een lied Schrijven wat er is geschied. Hoort dus allemaal te samen Hoe dat wij er wel toe kwamen En zo met een man of zes Maakten in de dijk een bres. Ge weet wel hoevele keren Men al was aan 't confereren, Men heeft bij de Waterstaat Overwogen en gepraat. Veel geschreven en gewreven Een verklaring uitgegeven. Aangedrongen op geduld, Daarom geef ik hun de schuld Dat ze 't zover lieten komen Dat wij 't water lieten stromen Want zij hebben niet op tijd Van dit water ons bevrijd. Donderdag werd er vernomen, Eindelijk is 't zo ver gekomen, Want een dragline reed door de stad Die zou graven dan een gat. Eindelijk was men klaar met zeuren, Goed! Nu zou het dus gebeuren. Maar helaas! "het slechte weer" Sloeg ook deze hoop terneer, Men verwachtte "zware winden" Dus kon 't werk geen doorgang vinden; d' Ingenieurs waren van streek, Als er eens een dijk bezweek? Dus dan weer maar die ellende? Neen! 't Geduld was nu ten ende Want voor zulk gelamenteer, Vonden wij geen woorden meer. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 31