gingen naar hen toe en namen de appels dank baar in ontvangst. Een gevoel van opluchting maakte zich van mij meester. De wetenschap dat er toch nog andere levende wezens in deze troosteloze stad waren, deed het gevoel van verlatenheid spoedig verdwijnen. Ik was die burgers erg dankbaar, niet zozeer vanwege de appels, maar veel meer voor het menselijk kontakt. De mensen praatten tegen ons, maar wij konden hen niet verstaan. Zij leken, ondanks de ravage in de straat erg blij, want zij lachten voortdurend... De vreugde was echter van korte duur Plotseling sloegen in de straat mortiergranaten in. De burgers verdwenen haastig in hun huis, trokken de voordeur stevig dicht en lieten ons buiten op de stoep staan en wij waren weer alleen, met de Duitse granaten. Ik dacht toen, op het ogenblik dat die deur dichtklapte: "Kon ik maar met jullie mee naar binnen, weg uit deze gevaarlijke straat Wij zochten dekking in de portieken van de huizen, drukten ons tegen de deuren aan. Even later verscheen de D. compagnie boven aan de straat en hield de mortierbeschieting op. Onze hele B. compagnie rende langs de huizen verder de Walstraat in. Even later drongen wij de huizen aan de Kleine Markt binnen. Hier werd opnieuw verzameld. Wij zaten hier min of meer beschut tegen het vuur vanuit de grote kraan. Ikzelf was een café binnengerend. Toen ik wat tot mijzelf was gekomen bemerkte ik dat, in tegenstelling tot de enorme verwoesting buiten, hier binnen de rava ge erg meeviel. Achter de bar ontdekte ik de tapkast, met daaronder een hele rij glazen, die er redelijk schoon uitzagen. Ik probeerde de tap, die tot mijn verbazing normaal werkte. Ik bedacht toen dat nog maar enkele uren dit café gewoon in bedrijf moest zijn geweest; de vorige dag en avond hadden hier Nederlanders en wellicht Duitse militairen hun glas bier zitten drinken. En nu stond ik hier, een jongen uit Schotland en tapte een biertje, alsof ik dat mijn leven lang had gedaan. Het bier was niet best, erg waterig en slap, maar toch goed genoeg om mijn dorst te lessen. Ook andere makkers van de B. compagnie kwamen binnenschieten om een biertje te pakken. Over de rekening maakten wij ons op dat moment geen zorgen Weldra zat de hele B. compagnie verscholen in de huizen rondom de Kleine Markt, betrekkelijk Kleine Markt met Sint Jacobstraat 34

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 36