in de richting van Uncle Beach afgevoerd. Het was nu ongeveer tien uur in de morgen en onze commandant besloot via de achtertuinen van de huizen aan de Walstraat een weg naar "Bexhill" te zoeken. Enigszins gedekt door de achtergevels en de daken van deze huizen be gonnen wij ons een weg te banen door de wir-war van achterplaatsjes, muurtjes en schuttingen. Wij klauterden er overheen of hakten gaten waar de afscheidingen te hoog waren en vorderden uiterst langzaam. Telkens weer moesten we halt houden om er bovenal voor te zorgen dat de Duitsers niet in de gaten kregen wat wij aan het doen waren. Tijdens deze operatie raakten wij het contact met het bataljon kwijt, de hele compagnie was uitgerekt verspreid over de achterplaatsen en schuurtjes tussen de Kleine Markt en het Betje Wolffplein. Coosje Buskenstraat met de vroegere MULO Om ongeveer twee uur in de namiddag bereikte mijn sektie de achterkant van de huizenrij aan de Coosje Buskenstraat. Ik opende de voordeur van één van deze huizen om te kijken hoe deze straat er uit zag, maar gooide de deur gelijk weer dicht. Vanaf de Boulevard lag de hele Coosje Busken straat met Betje Wolffplein onder geconcentreerd en goed gericht mitrailleurvuur. Ik opende de voordeur opnieuw en keek naar buiten, de straat in. In de huizen aan de overkant van de straat zag ik de Commando's die wij moesten aflossen. Toen bleek dat het Duitse vuur voornamelijk het midden van de straat bestreek gingen wij, onze Brengroep, op de stoep van het huis zitten om de situatie nader te bekijken. Rechts, ongeveer halverwege tussen het witte winkelhuis op de hoek en de bakkerswinkel van Speckens aan "onze" kant lag een Commando op straat. Hij was waarschijnlijk dood, bewoog niet en nie mand waagde het de straat op te gaan om hem weg te halen. Er werden enkele pogingen onder nomen om toch de straat over te steken, maar elke keer werden onze troepen door het mitrail leurvuur terug de huizen in gedreven. Wij schreeuwden over de straat naar de Com mando's maar ook zij bleven waar zij waren, in de huizen aan de overkant. Wij hadden onze brenguncarriers in Breskens achtergelaten, maar de bemanningen waren met ons meegekomen en opereerden als een zelfstan dige sektie. Zij probeerden nu naar de bunker boven aan de Coosje Buskenstraat te infiltreren, wat echter weinig succes had. Via de radio werd voortdurend aangedrongen: doordrukken - ongeacht de verliezen - door drukken - steek die straat over -. Er werden mortieren van 3 inch aangebracht, waarmee de Duitse bunker onder vuur werd 36

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 38