genomen, maar het resultaat was vrijwel nihil;
alsof je het bolwerk met erwtenblazers bestookte.
En aldoor sprak de radio: steek de straat over -zet
door - ongeacht de verliezen - zet door - zet door.
Majoor Colin Hagg, onze compagniescomman
dant wilde op z'n eentje de "oversteek" wagen,
maar werd door ons vastgehouden om hem deze
zelfmoordpoging te beletten.
"Ben je helemaal gek", schreeuwden wij en enkele
mannen hielden hem stevig vast. Het is wat onge
bruikelijk een officier op dergelijke wijze aan te
spreken, maar wij kenden elkaar al een heel lange
tijd en de omstandigheden waren erg ongewoon.
Intussen schoten wij helemaal niets op
Toen kwam iemand op het idee rookbommen te
gaan gebruiken
Elk van de drie pelotons had een mortier van 2
inch. Deze werden opgesteld en wij verzamelden
alle rookbommen die ter plaatse voor handen
waren. Eén peloton, het onze, zou de straat
oversteken. Het elfde peloton nam onze posities
over, terwijl wij in de deuropeningen en portieken
van de Coosje Buskenstraat ons klaarmaakten
om het bevel te gaan uitvoeren.
En terwijl de mortieren losbarstten en de rook
bommen de straat af zoefden schreeuwde Ma
joor Hagg zijn bevelen: "Bajonetten van de
geweren nemen; jullie gaan allemaal tegelijk; als
iemand valt, probeer je hem mee te sleuren naar
de overkant; wacht echter niet te lang; wacht op
mijn bevel; als ik roep: "Ga", dan ren je zo snel je
kunt de straat over
Onze pelotonscommandant, de Canadees Arque-
hart, herhaalde de bevelen en drong er vooral op
aan het "startsein" van Majoor Hogg af te
wachten, vooral geen individuele "ondernemin
gen". Met elke rookbom die de straat werd in
geschoten werd het rookgordijn dikker. De
Duitsers bleven vuren, door de rook heen; lange
en korte vuurstoten, afgewisseld met vuurpauzes.
Majoor Hogg stond voorovergebogen in één van
de deuropeningen te wachten en probeerde enige
regelmaat in het Duitse vuurpatroon te ontdek
ken: lang-kort-niks-lang-kort-niks.
De mortierschutters schreeuwden dat de laatste
rookbommen zouden worden afgevuurd. Toen
dit gebeurd was was het even stil, de hele straat
hing vol met grijze rook
Even later klonk Majoor Hogg's rauwe kreet:
"Go!".
En als gekken renden wij met ons allen de straat
over, achtervolgd door de "goede" wensen van
het elfde peloton: "Good luck boys, get fucked
Zonder verliezen bereikten wij de andere kant
van de straat. Eén man had zich hierbij enigszins
bezeerd: "Target" (Owen) McLean, een korte
afstandsloper, rende tijdens de oversteek in volle
vaart tegen een onzichtbare, maar stevig aanwezi
ge boom op. H ij was even versuft, maar de schrille
reeks van vloeken die door de rokerige Coosje
Buskenstraat opklonk toonde aan dat hij de
overtocht had overleefd.
De Commando's stonden ons op te wachten en
sleurden ons de vensters en deuren binnen de
huizen, waarin zij zaten. Het lichaam van de
Commando op straat werd eveneens onder
dekking van het rookgordijn naar de "Speckens-
zijde" geborgen.
Ikzelf bevond mij in een winkel, waar het
ondanks de stinkende rook, sterk naar parfum en
zeep rook. Ik schat dat het toen ongeveer vier
uur in de namiddag was. De rook trok langzaam
op en nog immer klonken de mitrailleursalvo's
vanaf de Boulevard en gierden de kogels door de
Coosje Buskenstraat. Het was wel duidelijk dat
er niemand terug kon naar de "Speckenskant"
van de straat en dat we, met de Commando's
min of meer zaten opgesloten.
Hopelijk zou de komende nacht mogelijkheden
bieden...
Enige tijd later volgde opnieuw een onaange
naam moment: De Royal Scots moesten ons,
volgens de plannen, komen versterken en aflos
sen. Maar, zo werd ons meegedeeld, zij bevonden
zich nog steeds in Breskens. Het hevige Duitse
geschutsvuur op de Westerschelde had hen ge
noodzaakt de overtocht halverwege te staken en
de landingsvaartuigen, met de Royals aan boord
waren, voorlopig, naar Breskens teruggekeerd.
"Royal Scots forced back, hold tight" meldde de
radio. We voelden ons, in deze vooruitgeschoven
positie, afgesloten van de rest van onze compag
nie erg opgelaten en eenzaam. Er werd nu ook
door Duitse sluipschutters, die overal rondom
ons op daken en in kranen leken te zitten,
gevuurd. We kregen nu de tijd onze eigen positie
te beschouwen. Het kwam er op neer dat wij
eigenlijk alleen de hoek Badhuisstraat/Coosje
Buskenstraat in handen hadden; in de Badhuis
straat de huizenrij tot aan de hoek van de
Verlengde Glacisstraat en in de Coosje Busken
straat de huizenrij tot aan de in puin geschoten
garage.
Wij begonnen ons in te graven voor de nacht en
37