Betje Wolffplein met het huis van dokter Wolters
hakten doorgangen in de muren van de huizen,
om contact met elkaar en met de Commando's
te kunnen houden.
Nadat het donker was geworden werd het on
heilspellend rustig. Wij voelden ons, op onze
eenzame post helemaal niet op ons gemak en de
stilte maakte het gevoel van onzekerheid en angst
nog groter. Maar voorlopig gebeurde er niets.
De Commando's hielden de hoek Coosje Bus-
kenstraat/ Badhuisstraat bezet. Wij zaten in de
huizen langs de Coosje Buskenstraat en aan de
achterkant aan de Verlengde Glacisstraat.
Er kwam bericht binnen dat de Royal Scots bezig
waren op Uncle Beach te ontschepen en zij
zouden ons weldra komen versterken. Dit was,
voor het eerst deze dag, goed nieuws.
Binnen enkele uren waarschijnlijk zouden wij uit
onze hachelijke positie worden bevrijd.
Wij kregen opdracht naar hen uit te kijken en
concentreerden onze aandacht op de andere kant
van de Coosje Buskenstraat, op de portieken en
vensters en deuropeningen waar wij diezelfde
namiddag, of eigenlijk de vorige namiddag had
den gezeten, want het was inmiddels donderdag 2
november 1944 geworden.
2 November 1944.
De tijd kroop langzaam voorbij en er gebeurde
niets. Waar bleven de Royals? Aan de overzijde
bleef alles stil en rustig; we begrepen er niets van.
Toen, plotseling, brak de hel los
Van het ene, wat slaperige ogenblik op het
andere, lagen wij onder hevig geconcentreerd
vuur. Overal sloegen granaten in en een regen van
mitrailleur- en geweerkogels floot ons om de
oren. Wij hoorden het onmiskenbare geluid van
brenguns en piats; heel anders dan het geluid van
de Duitse wapens. Er werd met Britse wapens op
ons geschoten en vanaf de "eigen" Speckenskant
van de straat.
Ik heb nooit in mijn leven zoveel gevloek en
gespierde taal gehoord als die nacht in de Coosje
Buskenstraat in Vlissingen.
Later bleek dat iemand had verzuimd de Royal
Scots in te lichten dat één eigen K.O.S.B.-peloton
en een aantal Commando's de straat waren
overgestoken en de huizen aan de andere kant
bezet hielden.
De verwarring was groot, maar na enige tijd hield
het schieten op, toen het elfde peloton, op de
Speckenshoek de Royals had ingelicht dat zij
bezig waren eigen troepen te bestoken. Dat was
echter lang niet alles
Misschien door het onbeschrijflijke lawaai, ver
oorzaakt door de Royal Scots, of wellicht om
hun eigen tegenaanval te ondersteunen, begon de
zwaarste beschieting van Duitse zijde die wij tot
dan toe hadden ervaren. Opnieuw brak de hel
los... Behalve het lawaai van de Duitse granaten
gierden projektielen van onze eigen artillerie over
38