den godsdienstoefening van meer dan 20 per sonen gehouden op 7 februari 1836 in de woning van Jonkheer Willem Versluijs onder Domburg. De voorganger Johan Willem Vijgeboom kreeg de maximale boete van 100,00 en jonkheer Versluijs kreeg 25,00 boete. Van de proces kosten 40,60 1/2 moesten de veroordeelden ieder de helft betalen. Later werd jonkheer Versluijs nog vaak veroordeeld. Bijvoorbeeld voor een samenkomst op 10 juli 1836 op Sint Jan ten Heere moesten Versluijs en Vijgeboom ieder 100,00 betalen. Op zondag 28 augustus 1836 waren meer dan 200 personen geteld en moesten voorganger Ds. Budding en jonkheer Versluijs ieder/ 100,00 boete betalen. Ook voor een godsdienstoefening op 29 oktober 1836 krijgen Versluijs en Vijgeboom ieder 100,00 boete. Ds. Budding en Versluijs moesten weer ieder 100,00 betalen voor een bijeenkomst op 13 november 1836. Op 22 oktober 1837 was de boete weer voor Vijgeboom en Versluijs (meer dan honderd personen waren aanwezig, weer ieder/ 100,00). Enkele maanden later 11 maart 1838) moesten Versluijs en Ds. Budding weer ieder een boete van 100,00 betalen. Voor een samenkomst op 27 mei 1838 moesten Versluijs en Vijgeboom weer 100,00 per persoon betalen. Als laatste staat vermeld dat Versluijs en Ds. Budding per persoon 100,00 moesten betalen voor een samenzijn op 20 januari 1839. Er wordt verteld dat jonkheer Willem Versluijs ook de boetes van de predikanten voor zijn rekening nam. Vanaf 1856 werden er ook godsdienstoefenin gen gehouden in het herenhuis van jonkheer Versluijs aan de Lange Delft te Middelburg. Het huis werd inwendig verbouwd, zodat er godsdienstoefeningen gehouden konden wor den. Er werd een ruimte gecreëerd voor 800 tot 1000 personen. Het pand bleef eigendom van de jonkheer. In 1875 overleed jonkheer Willem Versluijs kinderloos. Maar hij was zijn gemeente niet vergeten. In zijn testament stond: "Ik maak en legateer aan de Gereformeerde Gemeente, waarvan ik lid ben, en den heer P. van Dijke, leraar, mijn huis te Middelburg H no. 12 met al de mij toebehorende huisjes in de Segeerstraat, koetshuis, paardenstal en de grond daaronder liggende". Daarnaast werd aan de Lange Delft H12 In 1733 is dit pand ontworpen voor de regent Johan Pieter van den Brande. Tot 1857 hebben er nako melingen van hem in gewoond. Daarna werd het door de Afgescheidenen gebruikt voor hun godsdienst oefeningen. in 1898 werd de Provinciale Bibliotheek er in gevestigd, in mei 1940 werd het pand door oorlogshandelingen verwoest. Foto afkomstig uit "Oude Huizen te Middelburg", 1923, dr. W.S. Unger. armen van de Gereformeerde Gemeente vrij en onbelast 5.000,00 vermaakt. In 1898 kocht de Provincie Zeeland het heren huis voor de som van 16.000,00 om er na verbouwing de Provinciale Bibliotheek in te vestigen. In mei 1940 werd dit prachtige pand door oorlogshandelingen verwoest. De buitenplaats Sint Jan ten Heere werd in 1876 verkocht en gesloopt. Hierdoor kwam een eind aan ruim veertig jaar vergaderen op Sint Jan ten Heere. De kerkeraad van Middelburg besloot niet ver van Sint Jan ten Heere een eenvoudig kerkje te bouwen voor haar leden in Aagtekerke en omgeving. In 1876 werd voor 3.300,00 een kerk gebouwd. De zijmuren werden gemetseld van "Zeeuwse moppen", afkomstig van het gesloopte koetshuis van Sint Jan ten Heere. Jonkheer Willem Versluijs wordt nog in ere 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1995 | | pagina 26