de kamer werd opgebaard. Enkele dagen later
werd hij naar zijn geboorteplaats 's-Heeren-
hoek overgebracht om daar te worden begra
ven. Dat overbrengen was op zich al een
riskante onderneming. We moesten gebruik
maken van rustige uren in de lucht om met de
lijkkoets de Sloedam te kunnen passeren. Zelf
werd ik op de bakfiets van de melkboer ver
voerd. Op de Sloedam lagen her en der kapot
geschoten auto's enz. Het was een geweldige
ravage.
Na de begrafenis ging mijn moeder met de
kinderen naar familie in Nieuwdorp. Inmiddels
stond Walcheren onder water en konden we
niet meer naar ons huis in Middelburg terug.
We zijn uiteindelijk in 's-Heer Arendskerke
terechtgekomen, vanwaar we na de droogma
king van Walcheren naar Middelburg zijn te
ruggekeerd. Bij de onthulling van de gedenk-
plaar in 1948 werd ons gezin en de familie
uitgenodigd. Ook waren diverse autoriteiten en
oud-collega's van pa aanwezig.
Het was een emotionele gebeurtenis
Vrij kort na de bevrijding van geheel Nederland
(mei 1945) werd door de NS-directie na overleg
met de personeelsraad besloten een monument
voor de slachtoffers op te richten. Al op 2
augustus 1945 richtte de leiding van NS zich tot
het personeel met de mededeling, dat te Utrecht
een monument zou worden opgericht waarmee
alle gevallenen onder het spoorwegpersoneel
zouden worden geëerd.
Verder zouden in het land plaatselijk gedenk
platen worden aangebracht om de herinnering
aan de slachtoffers levend te houden. De kosten
voor het centrale monument en de gedenkpla
ten werden begroot op 100.000,00, door de
personeelsraad werd voor dit doel 5000,00
beschikbaar gesteld.
Nadat op 29 oktober 1947 te Alkmaar de eerste
gedenkplaat (ontwerp ir. H.G.J. Schelling van
de NS) was onthuld, volgden vrij snel na elkaar
de andere stations.
Op 19 mei 1948 vond de onthulling te Middel
burg en Vlissingen plaats. Daartoe verzamelden
zich 's morgens in de wachtkamer van het
station Middelburg de familie en genodigden,
waaronder burgemeester Jhr. Mr. W.C. Sand-
berg tot Essenburg.
Ir. Redeker van NS sprak een herdenkingsrede
voor Cornelis Grim uit, waarbij hij iedereen
aanspoorde de plicht tegenover de nabestaan
den van de gevallene niet te verzaken. De
secretaris van de NS-personeelsraad noemde de
gedenkplaat een uiterlijk teken van hetgeen
allen voelden: eerbied voor een kameraad, die
zijn leven veil had voor de vrijheid van ons land.
Nadat een broer van de overledene een dank
woord had uitgesproken, werd de gedenkplaat
onthuld en werden namens NS-directie, NS-
personeel en familie kransen gelegd.
's Middags vond te Vlissingen een soortgelijke
plechtigheid plaats. Daar werd een gedenkplaat
onthuld voor Willem Looise. Namens de NS-
directie sprak Mr. S. van Houten uit Breda.
Hij wees op de vijfhonderd NS-ers, die in de
oorlogsjaren hun leven gaven voor onze vrijheid.
Burgemeester Kolff van Vlissingen was van me
ning, dat het reizende publiek uit Vlissingen
7