Twee zeer gewichtigen. Eén kwam uit Den
Briel, de andere was de oude Middelburgse
Bourdon. Ze misten daardoor wel een avon
tuurlijk deel van hun reis. Want de "Op Hoop
van Zegen" is met al zijn klokken ons land niet
uitgekomen. Op het IJselmeer, bij Urk onge
veer kregen Engelse jagers het schip in het
vizier. Ze vlogen er over heen. maar hebben het
niet aangevallen. De roerganger heeft de boot
op de dijk van de Noordoostpolder laten lopen.
Daar hebben de klokken tot na de oorlog ge
legen, waarna ze zijn teruggezonden naar de
plaats van herkomst. De Bourdon van de Lange
Jan werd met zijn Brielse maat vanuit Leerdam
huiswaarts gestuurd.
Terug
In het artikel over de spits van de Lange Jan te
Middelburg, schrijft Jan de Meyer over de
klokkenstoel en het carillon. De teruggekomen
Bourdon zal er een plaats krijgen. Kennelijk
was hij niet op de hoogte van het feit dat de
klok in Leerdam was blijven staan, want hij
schrijft het bij Urk gezonken schip is in
1945 gelicht en de klokken zijn naar de plaats
van herkomst teruggezonden
Hoe dan ook, de Bourdon is teruggekomen en
De Meyer heeft hem dus bij de Rotterdamse
Scheepsbouw Mij. laten herstellen.
In 1953 (De Meyer leeft dan al niet meer) werd
de klok geplaatst in de nieuwe klokkestoel van
de Lange Jan.
Karwei
Een klok zoals de Bourdon met zijn gewicht
van dik zes ton naar zijn plaats op 40 meter
hoogte te tillen is bepaald niet niks. En als er
dan na uren zwoegen een luide knal weerklinkt,
vreest ieder het ergste. Een breuk in de trom
mel rond de as voor het oprollen van de kabel!
Gelukkig werd alles tijdig vastgezet. Maar toch
keken alle aanwezigen benauwd naar de op 20
meter hoogte zachtjes heen en weer wiegelende
bel.
Het duurde geruime tijd voor men met een
andere lier verder kon werken. Geschrokken
omstanders en mopperende werklui waren het
er allen over eens: 't is altijd al een eigenwijze
dwarsligger geweest. Is van grote hoogte uit
een brandende toren gevallen en was nauwe
lijks beschadigd toen hij ondersteboven in de
grond sloeg. Was de Nazi's te slim af. Is aan de
wapenhandelaars ontkomen en wil dan, terug
in Middelburg, niet naar de hem toegedachte
plaats.
Carillon
Het nieuwe carillon bestaat uit 48 klokken,
samengesteld in overleg met de Klokken-
en Orgelraad. Gebaseerd op de stem van de
gewichtige Bourdon. Op een van de vergade
ringen van de raad in 1949 bracht De Meyer de
in 1942 volgestopte grafkelder van Bedloo ter
sprake.
Toestemming werd verleend het oude graf
weer te openen. Zo werd april 1950 de rust van
Floris Bedloo weer verstoord.
vele duizenden kilo's metaal, met een
waarde van tienduizenden guldens schreef
de Provinciale Zeeuwsche Courant opgetogen.
Brokken brons, koperen klokwijzers, kop en
staart van de torenhaan, alles werd er uit
gehaald. En alsnog op transport gesteld. Naar
Heiligerlee weliswaar, waar de fa. Van Bergen
er weer klokken van heeft gegoten.
Eén stuk van een gesmolten bel is in Middel
burg achtergebleven, als een herinnering aan de
rampzalige dagen van toen. Jarenlang heeft het
op het tegelvloertje onder de toren gelegen.
Nu is het te zien in de Abdij-tentoonstelling
Historama. Op een van de bellen van het caril
lon staat: "Op 17 mei 1940 tot zwijgen
gebracht verhef ik in 1953 mijn stem weer met
kracht."
Laat rusten
Het graf werd weer gesloten, een tegelvloer
dekt alles af. Floris Bedloo, slantsfabrick tot
Middelburg, rust sindsdien weer ongestoord in
de kelder onder de toren.
De Meyer heeft zijn toren in volle glorie niet
meer gezien. Ook het carillon heeft hij niet
meer gehoord, noch de bronzen stem van de
oude Bourdon, uitwaaierend over de stad.
Op 30 december 1950 is hij overleden.
Bronnen
- RAZ 33.3, 1965.36
- PZC april 1950
- Jan de Meyer, Forum 1950 nov.
- Dr. W.S. Unger, Mon. van Middelburg
- Notulen Gem. raad
- Stedenbouw oorlogstijd Middelburg
- Dr. L. de Jong, Kon.d.Ned. dl. 7
- Nat. Beiaard Museum
C.G. van Aalst, Middelburg
8