KEES GELDOF,
DE EENARMIGE GIDS VAN DE GROTE KERK TE VEERE
Velen van u zullen zich Kees Geldof nog wel
herinneren, de eenarmige gids van de Grote
Kerk te Veere. Staande op zijn "schavotje"
heeft hij van 7 april 1921 tot aan zijn dood op
1 mei 1967 in het toeristenseizoen tientallen
malen per dag de geschiedenis van deze impo
sante kruisbasiliek verteld.
Het was de tijd dat de vleermuizen en de
duiven nog vrij spel in het kerkgebouw hadden
en het plaatselijke brandweerkorps de hoogte
van de kerk benutte om de slangen te drogen.
De vloer van het middenschip bestond uit mul
zand en na schooltijd gingen Leonard, de zoon
van burgemeester Den Beer Poortugael en zijn
vriend Jan ten Klooster op duivenjacht en kwa
men op plaatsen, waar ze eigenlijk helemaal
niet mochten komen. Dit werd nog spannender
als Kees boos werd en ze de kerk uitstuurde,
welk bevel in de meeste gevallen genegeerd
werd. Ook de oudste dochter van de burge
meester was wel voor een avontuurtje te
vinden. Samen met een aantal vriendinnen
verstopten zij zich eens in het gebouw om na
sluitingstijd door Kees opgesloten te worden.
Om haar vriendinnen te verlossen is Machteld,
zo heet de dochter van onze vroegere burge
meester, via de bliksemafleider van de 52 meter
hoge toren omlaag geklommen en heeft Kees
gevraagd de kerk te openen om zo de rest naar
buiten te laten. Met nadruk heeft ze Kees daar
na op het hart gedrukt om vooral niets van het
gebeurde aan haar vader te vertellen, want dan
zou er wat zwaaien, wat Kees dan ook niet
durfde te doen.
In een interview uit 1956 wordt hij beschreven
als "een bedrijvig oud baasje van drieënzeven
tig jaar, met dun grijs haar en levendig tinte
lende oogjes in een vriendelijk gezicht."
Kennelijk had de Franse tijd diepe indruk op
hem gemaakt, want aan deze tijd besteedde hij
in zijn uitleg veel aandacht. Met veel elan ver
telde hij zijn toehoorders hoe Napoleon in 1811
deze prachtige kerk opeiste en hoe zijn soldaten
de fraaie gebrandschilderde ramen aan gruzele
menten sloegen om er daarna vijf zolders in
aan te leggen. Op de begane grond werden
de paarden gestald en daarboven, op de eerste
verdieping, lagen de gewonden en de zieken te
creperen van de pijn. Niet verwonderlijk is het
dan ook dat in de acht maanden dat de Fransen
het gebouw in gebruik hadden, er meer dan
1400 soldaten zijn gestorven. De lijken werden
op karren naar de Kattepolder gebracht om daar
begraven te worden.
Bij het bezoek aan de tegenover de kerk ge
legen waterput, die wij Veerenaren onder elkaar
gewoon "de fontein" noemen, wist Kees te
vertellen dat het regenwater in deze put af
komstig is van het dak van de Grote Kerk en
dat dit hemelwater door middel van grote loden
buizen onder de straat door naar het 200 m3
tellende reservoir van de put gevoerd wordt.
Voor diegenen die niet zo goed in rekenen
waren rekende hij om dat de inhoud van de put
dus 2.000 hl bedroeg.
Bij Kees thuis werd er nooit leidingwater
gebruikt, vertelde hij dan, omdat regenwater
veel zuiverder is. De thee werd dan ook van
regenwater gezet en smaakte veel lekkerder
dan thee van leidingwater. Bovendien kon
hij er nog aan toevoegen dat zijn vrouw veel
zachtere haren had omdat ze die waste met
regenwater. Had Kees eenmaal zijn verhaal
Groota Kerk, VEERE
9