Mt
En "Een Wastkappelse" schrijft ons nog het
volgende:
(n.s.) Jewannes vraagt of er nu niet iemand
is die het opneemt voor Westkappel nadat het
zo wordt neergehaald door het boek van Jan
Campert. Nu het zo persoonlijk wordt gevraagd
moeten wij wel antwoorden. Jan Campert had
voor z'n boek niet de naam Westkappelle en
ook niet de daar voorkomende personennamen
moeten gebruiken. Men zou de indruk krijgen
dat de toestand daar zo is. Het dialect is even
eens slecht weergegeven.
Hijzelf kent eigenlijk helemaal het Westkap-
pelse leven niet. Wel heeft hij er z'n kinder
jaren doorgebracht, doch, heel in tegenstelling
met de overige leden van het gezin van dokter
Campert, heeft hij er steeds naast gestaan.
Omdat er een innige hechte band bestaat tussen
de doktersfamilie en het Westkappelse Volk
daarom is er gezwegen.
J.H. Midavaine
De titel van het boek van Jan Campert luidt:
"Kerend Getij", oorspronkelijk uitgegeven onder
de titel "Wier" (redactie).
't Mooiste meubel in 'uus,
is een pront en andzaem wuuf."
Dit werd gezegd van een vrouw die behalve
knap van uiterlijk ook volgzaam was.
Dit rijmpje is een Zeeuwse variatie op de regels
die dichter en staatsman Jacob Cats (1577-
1660) dichtte. Hij schreef:
"Een goed stuk meubel in 't huisbedrijf,
dat is een knap en deugdzaam wijf."
Was de vrouw niet zo volgzaam dan luidde het
rijmpje:
'n èrreketek van een wuuf in 'uus,
is vö n vent 't zwaerste kruus."
Een "èrreketek" is iemand die de baas wil
spelen, ook wel een kwaadspreekster genoemd.
'ie 'eit een ziele van Jantje Rechtuut"of
't Is een ronde vent."
Met beide uitdrukkingen werd iemand bedoeld
die eerlijk is.
Ook het Zeeuws volkslied heeft het over goed
Zeeuws goed rond."
Was iemand niet "goed rond" dan werd zo
iemand omschreven als:
'ie 'eit verkeerde kroenkels in z'n staert."
"Ze is zö zot als Tiereman's gat."
Dal werd gezegd van iemand die van blijd
schap door het dolle heen was. Tiereman moet
een opgewekt persoon geweest zijn, die altijd
alles van de zonnige kant bekeek. Was Tiere
man misschien een leutige tierelier (zanger)?
Van iemand die van alles de zonzijde zag werd
wel gezegd "dat n afkomstig was van 'tof de
gróte Verwachtienge."
't Is een misselik stikfreten."
Als dat gezegd wordt, hebben we het over een
persoon die niet plezierig in de omgang is.
ie is kwarrig van aerd
en rung van baerd.
Dit werd gezegd van iemand die lastig van aard
en ruw in de mond was.
Een "kwarre" is een harde knoest in het hout.
F. van den Driest
Geraadpleegde boeken
Woordenboek der Zeeuwse Dialecten.
13